Opslag gevaarlijke stoffen in een verkoopruimte

Vraag

Hoe moeten gevaarlijke stoffen in verpakking aanwezig in een verkoopruimte, zoals een bouwmarkt, worden opgeslagen?

Antwoord

Gevaarlijke stoffen in een verkoopruimte moeten brandveilig opgeslagen worden.

Volgens artikel 4.8 van de Activiteitenregeling zijn er drie opties (of een combinatie hiervan) voor een brandveilige opslag van gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen in verpakking in een voor publiek toegankelijke verkoopruimte:
(Artikel 4.8 geldt niet voor producten voor persoonlijke verzorging, alcoholhoudende dranken en ADR klasse 9 stoffen zonder bijkomend gevaar.)

Beperken hoeveelheden

Een optie is om de hoeveelheden in de verkoopruimte te beperken tot de in tabel 4.8 genoemde hoeveelheden.

PGS 15 opslagvoorziening

Een andere optie is om de gevaarlijke stoffen op te slaan in een opslagvoorziening volgens de PGS 15. De opslagvoorziening voldoet dan aan de genoemde voorschriften van de PGS 15 zoals opgenomen in artikel 4.3 t/m 4.5 (m.u.v. 4.4d) van de Activiteitenregeling.

Volgens de PGS 15 zijn er verschillende mogelijkheden voor uitvoer van de opslagvoorziening:

Tot 250 liter gevaarlijke stoffen kan er gekozen worden voor een brandveiligheidsopslagkast die voldoet aan paragraaf 3.10 (m.u.v. 3.10.5) van de PGS 15. De opslagkast moet voldoen aan de NEN-EN-14470-1, dit moet blijken uit een productcertificaat.

Boven de 250 liter kan gekozen worden voor een bouwkundige opslagvoorziening of kant en klare (prefab) voorziening. De weerstand tegen branddoorslag en overslag (WBDBO) tussen de opslagvoorziening en andere ruimten moet minimaal 60 minuten zijn bepaald volgens de NEN 6069.

Aandachtspunten PGS 15 opslagvoorziening in verkoopruimte:

  • Gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen die gevaarlijk met elkaar kunnen reageren worden gescheiden van elkaar opgeslagen (voorschrift 3.12.1 van de PGS 15).
  • Deuren mogen geen afbreuk doen aan de WBDBO en moeten zelfsluitend zijn. Deuren mogen alleen in geopende stand zijn vastgezet als er een voorziening is die bij brand de deur automatisch sluit (voorschrift 3.2.4 en 3.27 van de PGS 15).
  • Bij UN verpakte gevaarlijke stoffen is geen ventilatie nodig. Als er wel ventilatieroosters zijn mogen deze geen afbreuk doen aan de WBDBO (voorschrift 3.2.4 PGS 15).
  • Het bevoegd gezag kan alleen via maatwerkvoorschrift eisen stellen aan de in artikel 4.5 van de Activiteitenregeling genoemden voorschriften van de PGS 15.

Maatwerk

Een derde optie is met maatwerkvoorschriften een andere wijze van opslag waarbij is aangetoond dat de verkoopruimte brandveilig is. Om dit aan te tonen wordt een uitgangspuntendocument opgesteld waarin de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen zijn beschreven. Voor het in gebruik nemen van de verkoopruimte, moet een inspectie-instelling een inspectierapport opstellen en aantonen dat de voorzieningen en maatregelen zijn uitgevoerd volgens het uitgangspuntendocument.