Keuringsregime propaantank
In artikel 3.30 en 3.31 van de ministeriële regeling wordt de keuring van de propaaninstallatie verplicht gesteld. De keuring is ook voorgeschreven in het Warenwetbesluit drukapparatuur en volgt dat stramien. Hieronder wordt het keuringsstramien toegelicht.
Keuringsregime volgens Warenwetbesluit drukapparatuur
Een opslagtank voor propaan, inclusief bijbehorende leidingen en appendages, wordt beschouwd als drukapparatuur waarop het Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA) van toepassing is. Voor het Warenwetbesluit drukapparatuur is de Arbeidsinspectie bevoegd gezag. In deze regeling zijn geen voorschriften opgenomen met betrekking tot zaken die reeds in het Warenwetbesluit drukapparatuur zijn geregeld dan wel waarover in het kader van het Warenwetbesluit drukapparatuur een afweging is gemaakt. Wel zijn in deze regeling aanvullende bepalingen opgenomen welke noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van het voorkomen dan wel beperken van risico's voor de omgeving.
Keuring voor ingebruikneming
De keuring voor ingebruikneming (KVI) geldt voor de opslagtank voor propaan, installatieleidingen en de bijbehorende veiligheidsappendages en andere onder druk staande appendages. Een KVI moet worden uitgevoerd door een Aangewezen keuringsinstelling (AKI). Bij goedkeuring wordt een "Verklaring van ingebruikneming" afgegeven. Stationaire opslagtanks voor propaan met een volume kleiner dan of gelijk aan 5ÿm3, van waaruit propaan uitsluitend in de gasfase wordt onttrokken, zijn vrijgesteld van de keuring voor ingebruikneming. Voor opslagtanks opgesteld op een bouwplaats geldt deze vrijstelling tot een inhoud van ten hoogste 8 m3. In het kader van de algemene zorgplicht van het Warenwetbesluit drukapparatuur bestaat echter wel de verplichting om de ingebruikneming vakkundig en verantwoord uit te voeren.
Herkeuring
Alle opslagtanks voor propaan zijn onderworpen aan het regime voor herkeuring, welke moet worden uitgevoerd uiterlijk 6 jaar nadat de laatste keuring heeft plaatsgevonden. De termijn voor het uitvoeren van het inwendig onderzoek kan worden verlengd tot maximaal 12 jaar indien een onderhoudsschema wordt gevolgd op basis van NPR 2578.
NPR 2578
Het Warenwetbesluit Drukapparatuur is niet van toepassing op apparatuur waarin de druk lager is dan 0,5 bar. Tevens is het Besluit niet van toepassing op leidingen met een diameter < DN50, ongeacht de druk. In dergelijke gevallen verwijst de PED naar de binnen een lidstaat geldende regels voor goed vakmanschap. Deze regels zijn beschreven in de praktijkrichtlijn NPR 2578 "Beheer en onderhoud van LPG-, propaan- en butaaninstallaties", welke nationale afspraken bevat voor onafhankelijk toezicht op opslagtanks voor propaan in de gebruiksfase. Deze regels hebben betrekking op de gehele propaaninstallatie, inclusief leidingen en appendages. Tevens is een erkenningsregeling opgenomen voor installateurs die betrokken zijn bij de installatie en het onderhoud van propaaninstallaties.
De NPR 2578 is gebaseerd op de structuur van NEN-EN 12817. Daarbij zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van personen en organisaties, kwalificaties van uitvoerend personeel, uitvoering en beoordelingscriteria nader gespecificeerd. Op grond van NEN-EN 12817 moet elke installatie worden opgenomen in een onderhoudsschema. Een onderhoudsschema omvat procedures voor inspectie van een opslagtank, de omvang van de inspectie van de opslagtank en appendages en aandachtspunten voor de inspectie op locatie.
Uitgangspunt van de praktijkrichtlijn is dat bepaalde propaaninstallaties ook gebruikt worden door personen zonder specifieke instructie of opleiding. Dit geldt vooral voor de kleinere propaaninstallaties. Een veilige bediening van de installaties moet daarom mede worden gewaarborgd door de technische integriteit. Basis daarvoor ligt in het WBDA, waarna dit blijvend is gegarandeerd middels het in de gebruiksfase volgen van de onderhoudsschema's uit de NPR 2578. Door in deze regeling vast te leggen dat beheer en onderhoud van een opslagtank voor propaan, inclusief alle bijbehorende installatieonderdelen, moet worden uitgevoerd overeenkomstig de praktijkrichtlijn, is de technische integriteit van de gehele installatie gewaarborgd.
Relevante documenten
Op grond van het WBDA moeten alle documenten met betrekking tot de bouw, de intredekeuring, de herkeuringen en de aanwijzingen voor gebruik van een opslagtank voor propaan in bezit zijn van de gebruiker. Dit voorschrift in de regeling voegt daar aan toe dat ook de bevindingen van uitgevoerd onderhoud moeten worden bewaard. Daarnaast is voorgeschreven dat relevante documenten in een installatieboek moeten zijn opgenomen. Dit heeft tot doel dat in de loop van de levensduur van de installatie een overzichtelijk logboek wordt opgebouwd, hetgeen het inzicht in de installatie verhoogt en daarnaast de goede bedrijfsvoering en het adequaat handelen tijdens storingen of incidenten bevordert.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat een propaaninstallatie eigendom is van de gasleverancier, welke ook voor het beheer en onderhoud zorg draagt. In dergelijke gevallen beschikt de gebruiker niet altijd over het volledige dossier van de installatie. Het verdient aanbeveling om in die situaties een controlebezoek aan te kondigen, zodat de noodzakelijke documenten voor inzage beschikbaar zijn.