Verschil kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten
Vraag
Wat is het belang van het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten?
Antwoord
De inventarisatie en het definiëren van de (beperkt) kwetsbare objecten is een zeer belangrijk onderdeel van de planvorming. Het Bevi geeft een niet-limitatieve opsomming van objecten die als beperkt kwetsbaar of kwetsbaar moeten worden beschouwd. Deze opsomming van objecten geeft het bevoegd gezag de ruimte om voor niet-genoemde objecten een eigen afweging te maken. Eveneens staat het bevoegd gezag vrij om een beperkt kwetsbaar als een kwetsbaar object te behandelen. Het omgekeerde is echter niet zonder meer het geval. Toch kan een vestiging van een "niet-Bevi-bedrijf" met relatief veel werknemers (> 50) gebonden zijn aan bijvoorbeeld een havengebied in verband met de aan- en afvoer over water. Hiervoor zijn geen verdere kaders gesteld. Een dergelijke afweging kan worden geformaliseerd met een Veiligheidscontour ex Bevi artikel 14.
Nadat invulling is gegeven aan het begrip (beperkt) kwetsbaar object en nadat de veiligheidssituatie bekend is, kan een confrontatie worden gemaakt met de normstelling. Hieruit komt naar voren of sprake is van saneringssituaties of bijvoorbeeld situaties waarbij het groepsrisico speciale aandacht behoeft. Het feitelijk gebruik is doorslaggevend.
'Verkleuring'
Een ander probleem is 'verkleuring' van beperkt kwetsbare objecten naar kwetsbare objecten en andersom. Stel een klein kantoor (1500 m²) is conform het vigerend bestemmingsplan gevestigd.
Op dat moment betreft het een beperkt kwetsbaar object en geldt in een nieuwe situatie een richtwaarde van 10-6. Uitbreiding van het kantoor waardoor het groter dan 1500 m² wordt, leidt ertoe dat het een kwetsbaar object wordt, waarvoor een grenswaarde van 10-6 geldt welke in acht genomen moet worden. Wanneer in de planvoorschriften niet is vastgelegd dat een kantoor maximaal 1500 m² mag zijn, kunnen onbewust de nodige ruimtelijke complicaties ontstaan. Dit kan zeker een probleem zijn bij globale bestemmingsplannen. Hierdoor kunnen onbedoeld saneringssituaties bij de risicobron ontstaan. Het nemen van bronmaatregelen in het kader vaneen omgevingsvergunning voor een milieu-inrichting zal de rechtszekerheid van de vergunninghouder niet ten goede komen.