PGS 15 en Bevi

Vraag

Wanneer valt een opslagvoorziening voor verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15) onder het Bevi?

Antwoord

Inrichtingen met opslagen die vallen onder de werking van hoofdstuk 3 van de PGS 15 (tot 10.000 kg) vallen niet onder het Bevi.

Sinds het in werking treden van het Bevi is de Bevi plicht voor opslagen met verpakte gevaarlijke stoffen meerdere keren gewjizigd. Zo vallen niet alle opslagen voor verpakte gevaarlijke stoffen van meer dan 10.000 kg vallen onder het Bevi. Verder is het begrip emballage uit de definities gehaald (waardoor gasflessen ook onder het Bevi kunnen vallen) en heeft de Revi III ervoor gezorgd dat voor minder opslagen een QRA opgesteld hoeft te worden. Op deze aspecten wordt hieronder ingegaan.

Niet meer alle grote opslagvoorzieningen onder het Bevi

Inrichtingen met een opslag van gevaarlijke stoffen van meer dan 10.000 kg per opslagvoorziening vielen voorheen onder het Bevi. Met de wijziging is daar een voorwaarde bijgekomen. Er is sinds de wijziging alleen sprake van een opslag waarop het Bevi van toepassing is indien er:

  • brandbare gevaarlijke stoffen met chloor-, fluor-, stikstof,- of zwavelhoudende verbindingen aanwezig zijn
  • of brandbare gevaarlijke stoffen zonder chloor-, fluor-, stikstof,- of zwavelhoudende verbindingen aanwezig zijn samen met niet brandbare stoffen met chloor-, fluor-, stikstof,- of zwavelhoudende verbindingen aanwezig zijn.

Het Bevi gebruikt hierbij de term "opslaan binnen een opslagvoorziening". Met andere woorden, wanneer er verschillende opslagvoorzieningen aanwezig zijn van meer dan 10 ton die elk voldoen aan de PGS 15 en de brandbare stoffen zijn in een aparte opslagvoorziening opgeslagen, gescheiden van de chloor-, fluor-, stikstof- of zwavelhoudende stoffen dan is het Bevi niet van toepassing. Wanneer deze stoffen in een opslagvoorziening samen zijn opgeslagen maar alleen via de vakindeling gescheiden zijn dan is het Bevi wel van toepassing op deze opslagen.

Minder QRA's

Doordat de vaste afstanden nu gelden voor alle mogelijke stikstofgehaltes hoeft er minder gerekend te worden. De beperking dat de vaste afstanden alleen gelden voor stikstofgehaltes van minder dan 1,5 % is vervallen. De afstandentabel gaat uit van stikstofgehalten van minder dan 5%, van 5 tot 10% en meer dan 10%. Naast het stikstofgehalte is ook het gehalte aan zwavel chloor fluor (en broom) van belang. In de brochure Revi-III vanhet ministerie wordt uitgelegd hoe deze percentages berekend moeten worden.

Emballage versus verpakking

In het oorspronkelijke Bevi was een definitie van emballage opgenomen. Er is nu bij de terminologie van de PGS 15 aangesloten en wordt de term "verpakte gevaarlijke stoffen" gebruikt. Normaliter gaat het bij verpakte gevaarlijke stoffen om gevaarlijke stoffen in een UN-goedgekeurde verpakking. Grootste verschil is dat gasflessen geen emballage zijn, maar wel verpakking.

Opslag gasflessen

  • Sinds de term 'verpakte gevaarlijke stoffen' is geïntroduceerd, is het Bevi ook van toepassing op opslagen met meer dan 10.000 kg gasflessen (waterinhoud) met brandbare stoffen en chloor-, fluor-, stikstof of zwavelhoudende verbindingen. Gasopslagen bij een koolzuurcentrale of opslagen van alleen brandbare gassen vallen dus niet onder het Bevi. Revi bijlage 1 tabel 3 geeft aan dat er bij de opslag van gasflessen minimaal 20 meter aangehouden moet worden tot al dan niet geprojecteerde beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten. Strikt genomen geldt dit alleen voor gasflessenopslagen welke onder het Bevi vallen, maar voor de bereikbaarheid bij brand verdient het aanbeveling om bij elke gasflessenopslag een afstand van 20 meter tot (beperkt) kwetsbare objecten aan te houden. Ook voor het invloedsgebied van een gasflessenopslag kan 20 meter aangehouden worden.
  • Wanneer er sprake is van een combinatie van brandbare gassen en gassen met chloor-, fluor-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen is het Bevi niet van toepassing wanneer deze gassen zo ver uit elkaar staan dat er sprake is van aparte opslagen in de zin van hoofdstuk 6 van de PGS 15. Welke afstand dat moet zijn, staat niet concreet in hoofdstuk 6 van de PGS 15 vermeld, dit moet per geval worden beoordeeld.
  • Gasflessenopslagen met meer dan 50 ton (licht) ontvlambare gassen vallen door overschrijding van de Brzo-grens altijd onder het Bevi.
  • Wanneer er sprake is van het opslaan van meer dan 1.500 liter giftige of zeer giftige stoffen in gasflessen per opslagvoorziening moet het plaatsgebonden risico door middel van een QRA worden berekend. Dit volgt uit Revi artikel 1b sub f en komt ook terug bij Revi bijlage 1 tabel 3 noot 4.