Bevi activiteiten
Hier vindt u veel gestelde vragen over de de diverse activiteiten die onder het Bevi vallen.
Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Hier vindt u veel gestelde vragen over de de diverse activiteiten die onder het Bevi vallen.
Voor categoriale inrichtingen gelden afstanden uit de Revi bijlagen.
Categoriale inrichtingen hebben een grote diversiteit in risico's, daarom moeten de afstanden voor het plaatsgebonden risico per keer met een QRA worden bepaald.
Bij een mengvorm moet niet-categoriaal worden aangehouden, dus moet er een QRA worden opgesteld.
In Bevi artikel 2 lid 1 sub f staat op welke opslagen voor verpakte gevaarlijke stoffen het Bevi van toepassing is. Dit zijn alleen de opslagen met het risico op een grote brand en daarbij vrijkomen van giftige stoffen.
Dit staat toegelicht in artikel 6 lid 2 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi).
De PR 10-6 afstand voor bovengrondse LPG tanks is 120 meter en het invloedsgebied is 150 m.
Voor ammoniak koelinstallaties > 1500 kg ammoniak gelden altijd minimaal de afstanden uit Revi bijlage 1 tabel 6. Voor (andere) insluitsystemen met > 1500 kg ammoniak moet de rekenmethodiek Bevi worden gebruikt.
Bestrijdingsmiddelen die geclassificeerd zijn alsgevaarlijke stoffen volgens hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer, vallen onder de werking van het Bevi als de opslag voldoet aan het genoemde in Bevi artikel 2 lid 1 sub f.
Het Bevi is van toepassing op inrichtingen waar meer dan 100.000 kg kunstmeststoffen van groep 2 worden opgeslagen (categoriaal) en inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is (niet-categoriaal).
Buisleidingen zijn geen inrichting die aangewezen zijn in artikel 2 van het Bevi.