Indienen kennisgeving

Vraag

Moeten bestaande inrichtingen een nieuwe kennisgeving indienen vanwege de inwerkingtreding van Brzo 2015?

Antwoord

In de meeste gevallen moet het bedrijf een nieuwe kennisgeving indienen. De eisen aan de kennisgeving zijn genoemd in artikel 6 lid 1 en 2 van Brzo 2015.

Enkele veranderingen in BRZO 2015 zijn:

  • Classificatie van de gevaarlijke stoffen volgens CLP.
  • De informatie over de onmiddellijke omgeving van de inrichting. En de factoren die een zwaar ongeval kunnen veroorzaken of de gevolgen ervan ernstiger kunnen maken (artikel 6 lid 1 onder h van Brzo 2015).
  • Bij een hogedrempelinrichting: het groepsrisico en het plaatsgebonden risico (artikel 6 lid 2 van Brzo 2015).

Classificatie van gevaarlijke stoffen volgens CLP

Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de indeling van stoffen en mengsels op basis van CLP en op basis van nieuwe informatie vanwege Reach. Het bedrijf moet zelf beoordelen of de verandering van de indeling van stoffen en mengsels gevolgen heeft voor de kennisgeving en voor de indeling als hogedrempelinrichting of lagedrempelinrichting.

De toezichthouders bevragen bij de eerstvolgende inspectie de exploitant of de al bestaande kennisgeving voldoet aan het in het besluit gestelde. Dit staat in de nota van toelichting (artikelsgewijze toelichting artikel 6 lid 4).

De kennisgeving moet onder andere de gegevens bevatten die nodig zijn om de gevaarlijke stoffen en de categorie van stoffen die in de inrichting aanwezig zijn of kunnen zijn te identificeren. Dit komt voort uit artikel 6 lid 1 onder e, Brzo 2015.

Informatie over de onmiddellijke omgeving

De exploitant moet in de kennisgeving informatie opnemen over de onmiddellijke omgeving van de inrichting. En ook de factoren die een zwaar ongeval kunnen veroorzaken of de gevolgen ervan ernstiger kunnen maken (artikel 6 lid 1 onder h van Brzo 2015).  Als deze informatie nog niet was opgenomen dan moet de exploitant een nieuwe kennisgeving indienen waarin deze informatie wel staat.

Groepsrisico en plaatsgebonden risico voor hogedrempelinrichtingen

Als de exploitant van een hogedrempelinrichting al eerder op grond van andere artikelen of andere regelgeving de informatie over het groepsrisico en het plaatsgebonden risico aan het bevoegd gezag heeft aangeleverd (bijvoorbeeld in het veiligheidsrapport op grond van Brzo'99) en deze informatie is niet gewijzigd, dan hoeft de exploitant (volgens artikel 4 lid 4 Brzo 2015) voor dit onderdeel geen nieuwe kennisgeving in te dienen. De exploitant kan dan verwijzen naar de eerdere ingediende gegevens.

Conclusie

Stel: de al gedane kennisgeving beantwoordt niet aan de eisen van artikel 6 lid 1 en 2. Dan moet de exploitant binnen een jaar na het van toepassing worden van het Brzo 2015 een nieuwe kennisgeving indienen. Dit is terug te vinden in artikel 6 lid 3.