Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Het is afhankelijk van de technische, organisatorische en functionele bindingen van de afzonderlijke installaties of een bedrijfsgebouw één inrichting is of een verzameling van inrichtingen.
Meestal niet. Bouwactiviteiten zijn als zodanig niet in het Besluit omgevingsrecht (Bor) aangewezen als inrichting die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken. Daarbij zijn motoren op een bouwplaats op grond van bijlage I categorie 1 onderdeel 1.2 van het Bor expliciet uitgesloten vanwege hun tijdelijke aanwezigheid.
Nee. Een oplaadpunt bestaat meestal uit weinig meer dan het van een stopcontact voorzien van enkele bestaande parkeerplaatsen.
Ja, dat kan als er wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Zoals onderdeel zijn van grotere inrichting. Of als er een groter elektromotorisch vermogen dan 1,5 kW is geïnstalleerd. Een openbare parkeerplaats is meestal geen Wm-inrichting.
De meeste activiteiten zijn geen Wm-inrichtingen. Het exacte antwoord hangt per activiteit af van de specifieke situatie.
Nee. Het parkeren langs perrons is geen activiteit die deel uitmaakt van het station. Het is ook geen handeling op een emplacement. Het parkeren valt daarmee niet onder categorie 14 van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht.
Een friet- of viskraam kan, afhankelijk van de specifieke situatie, een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zijn en als type B bedrijf onder het Activiteitenbesluit vallen.
Er moet sprake zijn van voldoende technische, functionele en organisatorische samenhang. Daarnaast mag de onderlinge afstand tussen de onderdelen niet te groot zijn.
Hier vindt u informatie om te bepalen of het hobbymatig houden van dieren een inrichting in de zin van artikel 1.1 Wm is.
Onder oprichten van een inrichting wordt verstaan: een (juridisch) nieuwe vestiging van een inrichting of een bestaand bedrijf.
Met de formuleringen "inrichting waar" en "inrichting voor" hanteert Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht verschillende criteria voor de grenzen van vergunningplicht. Het uitgebreide antwoord geeft aan de hand van jurisprudentie uitleg over de twee formuleringen.
Dat hangt af van de plek waar die activiteiten plaatsvinden: soms slaat een bedrijf afvalstoffen op buiten het hek van de inrichting of wordt naast de inrichting bijvoorbeeld een zeecontainer voor de opslag van goederen neergezet; soms is dat op de openbare weg, soms op het terrein van de vergunninghouder of van een ander.
Dat hangt af van de specifieke situatie. Er zijn meerdere categorieën van bijlage I, onderdeel C, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) waar het antwoord op beide vragen uit blijkt.