Globaal overzicht wijzigingen door invoering GPP
Hier vindt u in het kort een globaal overzicht van de wijzigingen die optreden bij het in werking treden van geluidproductieplafonds voor de Rijksinfra:
Algemeen
- Hoofdwegen en hoofdspoorwegen krijgen een geluidproductieplafond middels referentiepunten langs de (spoor)wegen (om de 100 meter, vijftig meter van de weg en op 4 meter hoogte)
- Wegbeheerders (Rijkswaterstaat en Prorail) moeten aan de grenswaarden op de referentiepunten voldoen (en dat jaarlijks aantonen)
- Deze grenswaarden en de bijbehorende (bron)gegevens staat in een openbaar toegankelijk register
- De eerste vaststelling geluidproductieplafonds vind plaats middels
- Heersende waarde + 1,5 dB, waarbij voor hoofdwegen 2008 als peiljaar geldt en voor spoorwegen het gemiddelde van 2006, 2007 en 2008
- Recente tracébesluiten (zie bijlagen Besluit geluid milieubeheer) - Hoofdwegen en hoofdspoorwegen moeten voldoen aan een minimum akoestische kwaliteit
- Woningen met een geluidbelasting op de gevel boven de 65 dB (hoofdwegen met een GPP) en 70 dB (spoorwegen met een GPP) komen in een saneringstraject
- Bij de wijziging van hoofd(spoor)wegen moeten de geluidproductieplafonds in acht genomen worden
- Bij wijzigingen geluidproductieplafonds wordt de geluidbelasting bij geluidsgevoelige bestemmingen beoordeeld
- Voor de beoordeling van geluidsgevoelige bestemmingen (bij wijzigingen aan het geluidproductieplafond) is er een vereenvoudigd normenstelsel
- Bij overschrijdingen van de voorkeurswaarde geldt het doelmatigheidscriterium voor het treffen van maatregelen
- Bij bouwen langs hoofdwegen en hoofdspoorwegen blijft de Wet geluidhinder gelden, maar moet bij de berekening van de geluidbelasting gebruik gemaakt worden van de (bron)gegevens uit het register
- De nieuwe wetgeving is vastgelegd in hoofdstuk 11 Wet milieubeheer, het Besluit geluid milieubeheer en in enkele ministeriële regelingen (zie onderstaand schema).
Kaarten en Actieplannen (Europese richtlijn omgevingslawaai)
- (Vooral) verplaatsing van hoofdstuk IX Wgh naar Titel 11.2 Wet milieubeheer
- aanpassingen gericht op verplichtingen rijk (o.a. bronbeleid, saneringsplan)
Geluidsgevoelige bestemmingen Wet geluidhinder
- alle verplichtingen in relatie tot "andere geluidsgevoelige bestemmingen" staan in hoofdstuk 1 van het Besluit geluidhinder
- andere geluidsgevoelige gebouwen zijn: ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en medische kinderdagverblijven (poliklinieken en medisch centra zijn vervallen)
- geluidsgevoelige terreinen zijn: standplaatsen voor woonwagen en in het bestemmingplan aangewezen ligplaatsen voor woonschepen (terreinen bij psychiatrische ziekenhuizen zijn vervallen)
- Voor ruimtelijke besluiten is er voor bestaande ligplaatsen overgangsrecht (niet geluidsgevoelig)
- Andere geluidsgevoelige gebouwen zijn voor de delen die niet tot de verblijfsruimten horen (zoals aangegeven in artikel 1.1 Besluit geluidhinder) niet geluidsgevoelig
Bouwen langs rijksinfra
- Let op! Akoestische beoordeling, geluidgrenswaarden en procedurele verplichtingen (evt. hogere waardebesluit) veranderen niet en moet plaatsvinden op basis van de Wgh (Zie hieronder voor schema)
- Onderzoeksgebied (zone) voor wegen in artikel 74 Wgh, voor spoorwegen met een geluidproductieplafond in artikel 1.4a Besluithinder (daarbij is zone breedte afhankelijk van hoogte geluidproductieplafond)
- Bij akoestisch onderzoek gebruik van brongegeven rijksinfra uit geluidregister, zelf geluidoverdracht modelleren voor berekening geluidbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen (dus niet meer werken met prognoses)
- Mogelijkheid om overdrachtsmaatregelen (schermen) in geluidregister op te laten nemen. Dit is niet verplicht en kan plaatsvinden na de ruimtelijke procedures
Overgangsrecht (artikel XI invoeringswet)
- Oude recht van toepassing als voor inwerkingtreding:
- ontwerpbestemmingsplan (plus ontwerp hogere waardebesluit) ter inzage is gelegd
- aanvraag omgevingsvergunning Ruimte (oude projectbesluit) of verzoek vaststellen Hogere waarde is binnengekomen - Oude recht kan gebruikt worden als na inwerkingtreding:
- binnen 12 maanden ontwerp bestemmingsplan (plus hogere waardebesluit) ter inzage is gelegd
- binnen 3 maanden een aanvraag omgevingsvergunning Ruimte (oude projectbesluit) of een verzoek tot vaststellen Hogere waarde is binnengekomen.