Stappenplan
De weg naar lokaal geluidbeleid moet gestuurd en beheerst worden. Hiervoor is het werken via een programmatische aanpak een absolute noodzaak. Hieronder is het stappenplan weergegeven. Deze kunt u vinden in de brochures "Lokaal Geluidbeleid" en "Geluidbeleid Hogere Waarden". Als u een stap selecteert, dan volgt er een uitgebreidere toelichting op het onderdeel.
Stappenplan lokaal geluidbeleid
STAPPEN | CHECKLIST |
---|---|
1. Wat is de aanleiding? |
|
2. Zorg voor draagvlak |
|
3. Vaststellen projectorganisatie |
|
4. Realiseer uitgangspunten, data en kader |
|
5. Opstellen geluidnota |
|
6. Besluitvorming |
|
7. Uitvoering |
|
1. Wat is aanleiding dan wel noodzaak voor lokaal geluidbeleid?
Het opstellen van lokaal geluidbeleid zal altijd weerstand oproepen binnen de gemeente. ‘We hebben geen behoefte aan beleid’, ‘kost veel te veel tijd’, ‘er is geen budget voor’, ‘het beleid zal te beperkend zijn voor plannen’, enzovoorts.
Het is dus van groot belang om met een goed en overtuigend verhaal te komen wil lokaal geluidbeleid binnen de gemeente haalbaar zijn. Met andere woorden: er moet een duidelijke aanleiding zijn om lokaal geluidbeleid te willen opstellen. Uitspraken als ‘de kwaliteit van het geluid binnen de gemeente verbetert’ zijn heel goed en ondersteunend als er al daadwerkelijk geluidbeleid wordt ontwikkeld maar zijn niet de reden om lokaal geluidbeleid op te gaan zetten. Er moet echt een behoefte en reden aanwezig zijn.
Primaire redenen of noodzaak om lokaal geluidbeleid op te stellen is dat de gemeente vaak met een geluidprobleem geconfronteerd wordt dat moet worden aangepakt. Voorbeelden hiervan zijn de wens om het geluid van inrichtingen op een bedrijventerrein te beheren, het geluidklachtenpatroon van de horeca in de binnenstad onder controle te krijgen of het verlenen van Hogere Waarden binnen de gemeente te regelen.
Vaak is er een achterliggende reden/noodzaak om lokaal geluidbeleid op te stellen. Het meest bekende voorbeeld is dat woningbouw in de directe omgeving van bedrijvigheid gerealiseerd kan worden, omdat de geluiduitstraling van die bedrijven in kaart is gebracht en is beheerd. Dit is overigens een zeer plausibele weg: juist door het lokale geluidbeleid worden de geluidrechten van alle partijen gerespecteerd.
Voor een beleid over Hogere Waarden is het van groot belang of er binnen de gemeente slechts enkele hogere waarden per jaar worden afgegeven of dat het verlenen regelmatig voorkomt.
Daarnaast is het van belang of de gemeente duidelijk kwaliteitsambities ten aanzien van geluid heeft of dat men kiest voor een zogenaamde voortzetting van het oude beleid zoals de provincie het voor de wetswijziging als bevoegd gezag uitvoerde. Een beleid met duidelijk kwaliteitsambities is gebiedsgericht waarbij bijvoorbeeld strengere geluidwaarden worden gehanteerd dan op grond van de Wet geluidhinder is toegestaan.
N.B.: Een belangrijke vraag die de gemeente zich altijd moet stellen is of zij alleen lokaal beleid voor het onderdeel geluid wil opstellen of dat zij een meer integraal lokaal milieubeleid wil opstellen waarin de relevante milieu-aspecten worden opgenomen. Zo is het bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van lokaal beleid voor wegverkeer voor de hand liggend om zowel voor het aspect geluid als luchtkwaliteit gecombineerd beleid op te stellen.
2. Zorg voor draagvlak
Draagvlak is essentieel om tot een goed lokaal geluidbeleid te komen. Binnen de gemeentelijke organisatie is het verkrijgen van voldoende draagvlak een absolute vereiste.
De meest gehanteerde methode is te beginnen met het opstellen van startnotitie voor het verkrijgen van de opdracht door het management en College van B&W. De startnotitie wordt vooraf gegaan door een korte beschrijving om toestemming van de direct leidinggevende te verkrijgen.
In de startnotitie wordt ingegaan op de aanleiding tot het ontwikkelen van lokaal geluidbeleid. Daarnaast worden de mogelijke knelpunten toegelicht en wordt beschreven hoe met deze knelpunten om te gaan. Onderdeel van de startnotitie is een probleemanalyse. Deze analyse wordt samen met de betrokken afdelingen gemaakt. Dit proces is zeer belangrijk voor het draagvlak binnen de ambtelijke organisatie. Vaak wordt voor de probleemanalyse gebruik gemaakt van een gerichte workshop, waarbij alle spelers die betrokken zijn bij lokaal geluidbeleid voor worden uitgenodigd. Daarnaast moet in de startnotitie tevens een globaal inzicht worden gegevens over de te maken kosten alsmede de ambtelijke inzet.
Na de bespreking van het concept van de startnotitie is de haalbaarheid van het project goed in te schatten. Vaak wordt in dit stadium al over gegaan tot het opstellen van een projectplan.
3. Vaststellen projectorganisatie
Het ontwikkelen van lokaal geluidbeleid is een duidelijk gemeentelijk project en moet dan ook als een project benaderd en gemanaged worden. Als start wordt (vaak door de initiatiefnemer) een projectplan opgesteld. Het management stelt een projectleider aan. In het projectplan worden ten minste de volgende aspecten behandeld:
- Doelstelling van het project
- Resultaten
- Deelnemers en rollen binnen het project
- Projectorganisatie
- Kansen, risico’s beperkingen
- Planning
- Kosten
- Communicatie
De projectorganisatie neemt in het proces een zeer belangrijke rol in. De projectorganisatie geeft aan wie in het project betrokken wordt en op welke wijze. Afhankelijk van de grootte van het project kan er voor gekozen worden naast de projectgroep een stuurgroep en klankbordgroep in te stellen.
De projectgroep verzorgt de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden en draagt zorg voor het uiteindelijke resultaat (lokaal geluidbeleid).
De stuurgroep bestaat meestal uit bestuurders, hoger management en specifieke belangenorganisaties. De stuurgroep heeft als primaire taak de doelstelling en resultaat tijdens het proces te bewaken en zo nodig bij te sturen.
De klankbordgroep reageert op de geproduceerde stukken en brengt hierover advies uit aan de projectgroep en stuurgroep. De klankbordgroep heeft dan ook een adviserende functie. Vaak nemen in de klankbordgroep, naast gemeentelijke vertegenwoordiging en mogelijk GGD ook vertegenwoordigers van doelgroepen van het lokaal geluidbeleid plaats. Dit zijn bijvoorbeeld vertegenwoordigers van bedrijfsverenigingen, vertegenwoordigers van buurtbewoners, de plaatselijke horeca, detailhandel, enzovoorts.
4. Realiseer uitgangspunten, data en kader
Om te komen tot een verantwoorde geluidnota moeten de uitgangspunten en kader, zoals reeds genoemd in het projectplan, verder worden uitgewerkt. Zo zal een nadere omschrijving moeten worden gegeven waar de gemeente vandaan komt en waar zij naar toe wil.
Van groot belang is hierbij ook welke geluidgegevens binnen de gemeente bekend zijn (data). Weet de gemeente eigenlijk welke geluidsituatie er binnen de gemeente aanwezig is? En de volgende vraag: is er voldoende geluidinformatie beschikbaar om tot een verantwoord geluidbeleid te komen?
Vaak bieden instrumenten als verkeerskaarten, zonebeheer industrielawaai, klachtenregistratie en metingen een goede basis voor de aanwezige geluiddata. Daarnaast kan overwogen worden een gericht geluidbelevingsonderzoek onder de doelgroepen te laten uitvoeren om de daadwerkelijk geluidbeleving in kaart te brengen.
Een ander aandachtspunt is welk kader voor het geluidbeleid wordt gehanteerd. Vaak wordt hierbij gebruik gemaakt van gebiedstypen (wonen, werken, recreëren, centrum, enz.) die elk hun eigen karakteristiek en gebiedskwaliteiten kennen.
Op basis van de aanwezige geluiddata, beschikbare gebiedstypen en gewenste kwaliteiten worden dan de ambities en kaders voor het lokaal geluidbeleid vastgesteld. Aandachtspunt hierbij moet altijd zijn dat het een haalbaar geluidbeleid moet zijn. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin en realiteitswaarde om voor een druk centrumgebied een geluidniveau van 48 dB na te streven.
5. Opstellen geluidnota
Het daadwerkelijk opstellen van de geluidnota is een strikt redactionele handeling. Het is de vertaling van ambities, (beleids)uitgangspunten, kaders en randvoorwaarden naar een helder, duidelijk en werkbaar geluidbeleid. Om tot een goede, helder geformuleerde en werkbare geluidnota te komen is echter nog een hele opgave!
Een speciaal aandachtspunt bij het opstellen van de nota is of artikelen worden opgenomen voor het afwijken van het vast te stellen beleid. In de praktijk komt het nog wel eens voor dat een bepaald (sociaal) bouwproject er om politieke redenen absoluut moet komen. In dit kader mag bijvoorbeeld een beleid over Hogere Waarden niet in de weg staan. Er wordt dan dus gezocht naar het afwijken van dat geluidbeleid.
Dit afwijken kan in het geluidbeleid heel makkelijk worden gemaakt of veel moeilijker, met meer restricties. Weeg dit goed af bij het opstellen. Het makkelijk kunnen afwijken van de beleidsregels werkt willekeur in de hand. Er wordt geadviseerd een verplichting op te nemen dat het afwijken gepaard moet gaan met een zware motivering.
Bij het opstellen van de geluidnota is het van groot belang de doelgroep in gedachten te houden. Dit zijn geen geluiddeskundigen dus zorg er voor dat het taalgebruik begrijpelijk is en absoluut niet technisch. Vermijd daarnaast ook het gebruik van te veel ambtelijke taal. Het is immers de bedoeling dat de geluidnota een toegepast beleid wordt met een meerwaarde en niet het zoveelste beleidsstuk, dat na opstelling op de plank terecht komt.
In dit kader kan ook overwogen worden het uiteindelijke schrijven van de geluidnota uit te besteden aan een gespecialiseerd (tekst)bureau. Betrek in ieder geval ten minste de afdeling communicatie van de gemeente bij de totstandkoming van de geluidnota.
6. Besluitvorming
De afronding van de geluidnota betreft de vaststelling van de geluidnota en het in procedure brengen van de geluidnota.
Wanneer het concept van de geluidnota gereed is, kan deze plenair gepresenteerd worden aan de partijen die zijn betrokken in het proces. In dit kader moet ook de mogelijkheid worden gegeven commentaar en aanvullingen op de geluidnota in te brengen. Op deze manier wordt, naast een sterker eindproduct, tevens het draagvak voor de geluidnota verder vergroot.
Een geluidnota kent ook vaak een uitvoeringsprogramma. Let er bij de eindversie en aanbiedingsbrief aan het college goed op dat ook de benodigde financiën en ambtelijke inzet voor het onderhoud en de uitvoering van het lokaal geluidbeleid gewaarborgd zijn.
Het eindconcept van de geluidnota (ontwerp geluidnota) wordt ter vaststelling aangeboden aan het College van B&W. Na goedkeuring en eventuele aanpassing kan de ontwerp geluidnota worden aangeboden aan de Raad (dit is overigens niet een absolute verplichting, maar wordt vanwege het te verkrijgen draagvlak wel sterk aanbevolen).
Vervolgens wordt de geluidnota in het kader van de vaststellingsprocedure (Awb) ter visie gelegd. De ter inzage legging bedraagt 4 tot 6 weken. In deze periode kunnen belanghebbenden hun zienswijze geven op de geluidnota. De Raad besluit vervolgens, op basis van eventueel ingebrachte zienswijze en de behandeling hiervan, of de ontwerp geluidnota wordt vastgesteld. Als slot wordt de definitieve geluidnota gepubliceerd.
7. Uitvoering
Het komen tot een geluidnota is een heel proces. Maar na vaststelling van de geluidnota begint het pas werkelijk: het uitvoeren van het lokaal geluidbeleid!
Vaak houdt een lokaal geluidbeleid ook uitvoeringswerkzaamheden in. Zo kent een geluidbeleid voor een industrieterrein ook een verplichting tot het akoestisch beheer van het industrieterrein. Werkzaamheden hierbij zijn het akoestisch beheren (door middel van een akoestisch rekenpakket) van het terrein, het opleggen van nadere eisen bij bedrijven en het controleren van de bedrijven op het geluidonderdeel. Een evenementenbeleid brengt vaak een heel pakket van ontheffingen met de daaraan gekoppelde geluidvoorschriften en controles in.
Zorg dat er voor de uitvoering van het lokaal geluidbeleid voldoende menskracht en budget beschikbaar is. Als alles goed is gegaan zijn deze punten overigens al geregeld bij het vaststellen van de geluidnota.
Voor de uitvoering van het lokaal geluidbeleid is echter ook een werkprogramma nodig, moeten standaarden en procedures worden opgesteld. Een voorbeeld hiervan is het samenstellen van pakketten van andere eisen en interne gemeentelijke procedures om deze nadere eisen op te leggen.
Een ander voorbeeld is de uitvoering van het Hogere Waarden beleid van de gemeente. Welk onderdeel van de gemeentelijke organisatie verzorgt de aanvraag van de Hogere Waarden en welk onderdeel van de organisatie doet de toetsing?