Luchtvoorschriften voor op- en overslag vloeistoffen (VOS-emissie)

Vluchtige organische stoffen (VOS)

De Activiteitenregeling stelt maatregelen aan het beperken van diffuse VOS-emissie. Deze maatregelen gelden alleen als het gaat om vloeistoffen met een dampspanning hoger dan 1 kPa. Dit volgt uit artikel 5.50 lid 3 van het Activiteitenbesluit.

Maatregelen

In artikel 5.38 van de Activiteitenregeling staan de maatregelen waaraan deze activiteit moet voldoen. Het bedrijf moet deze maatregelen toepassen tenzij de maatregelen niet kosteneffectief of technisch uitvoerbaar zijn. Het gaat om de volgende maatregelen:

Aanbrengen inwendig drijvend dak in tanks met een vast dak

De activiteitenregeling bevat een maatregel voor tanks met een vast dak. Breng hier een inwendig drijvende dek of gelijkwaardige voorziening aan. Deze maatregel voorkomt vul- en ademverliezen. Voor meer informatie zie factsheet LF12: ‘Inwendig drijvende dekken: constructie' (1992) (pdf, 1.2 MB) en LF22: ‘IDD's: Performance en Controle' (1995) (pdf, 1 MB).

Afdichtingen in tanks met drijvend dak

De activiteitenregeling stelt een eis aan de afdichtingen in tanks met een drijvend dak. De spleetbreedte van de afdichting moet maximaal 3,2 mm zijn over ten minste 95% van de omtrek van het dak. Dit kan door vervangen van de primaire afdichting of door aanbrengen van een secundaire afdichting.

Een efficiënte afdichting sluit de ringvormige ruimte tussen tankwand en drijvend dak / dek af. Het centreert dit dak / dek terwijl het verticale beweging toestaat.

Het is van groot belang dat de eenmaal aangebrachte afdichtingen goed blijven functioneren. Hiervoor is regelmatige inspectie en eventueel onderhoud of vervanging nodig. Voor meer informatie zie factsheet LF6: ‘Efficiënte seals voor uitwendig drijvende dekken' (pdf, 1.5 MB).

Belading van lichters op steigers waar een dampverwerkingsinstallatie aanwezig is

Voor de belading van lichters met benzine is dampverwerking wettelijk verplicht. Voor de belading van lichters met overige vluchtige vloeistoffen, zoals ruwe olie of nafta, is de verwachting dat de meeste naftabeladingen plaatsvinden bij steigers waar ook benzine wordt beladen. Hier is dus ook dampverwerkingsinstallatie (DVI) aanwezig. Voer dan dus de verdrongen dampen af via de dampverwerkingsinstallatie.

Dampverwerking bij belading van tankwagens en ketelwagens

Pas dampverwerking toe voor het terugwinnen of vernietigen van VOS emissies bij de belading van tankwagens en ketelwagens. De belading van kerosine valt niet onder deze maatregel. De dampspanning hiervan ligt namelijk onder de grens van 1 kPa.

Het bedrijf voldoet aan deze maatregel als de gemiddelde concentratie van de in de buitenlucht vrijkomende dampen de concentraties hieronder niet overschrijdt:

  • 10 g/Nm3 gedurende één uur bij belading van mobiele tanks vervoert over het spoor of tankwagens.
  • 20 g/Nm3 bij belading van schepen.

Het bedrijf corrigeert de gemiddelde concentratie voor de verdunning tijdens de behandeling.

Er zijn factsheets voor de volgende dampverwerkingstechnieken:

De factsheets bevatten een omschrijving van de techniek en het verwijderingsrendement.

Programma van intensieve controle en onderhoud bij diffuse bronnen

Het bedrijf stelt een programma die de intensieve controle en onderhoud bij diffuse bronnen beschrijft. De maatregel heeft betrekking op diffuse bronnen van productie, menging, opslag en verlading van vluchtige vloeistoffen. Voorbeelden van diffuse bronnen zijn pompen, afsluiters en het schoonmaken van tanks. Het bedrijf voert dit programma uit om emissies van VOS zoveel mogelijk te beperken.

Gebruik het informatiedocument 'meetprotocol bij lekverliezen' bij het opstellen van het programma. Zie voor meer informatie de pagina Emissies chemie en aardolieketen.

Reductie fakkelverliezen

Reduceer fakkelverliezen door:

  • minimalisatie van bedrijfsstoringen
  • effectieve fakkelgasterugwinning
  • schema van regelmatige controle op doorlatende afsluiters en veiligheidskleppen naar de fakkel.

Good housekeeping en discipline bij drainoperaties

Het bedrijf past good housekeeping en discipline bij drainoperaties toe. Het gaat hierbij om het gecontroleerd opvangen of direct opruimen van VOS-houdende vloeistof die vrijkomt bij drainoperaties. Bij good housekeeping gaat het om alle maatregelen voor goed beheer.

Aanbrengen van pakkingen of moffingen bij tanks met een uitwendig drijvend dak

Het bedrijf brengt pakkingen of moffen aan bij aansluitingen en doorvoeringen van tanks met een uitwendig drijvend dak.

Maatwerk

Artikel 5.50 lid 1 van het Activiteitenbesluit geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om in een maatwerkbesluit andere eisen te stellen dan vanuit de Activiteitenregeling gelden. Deze eisen zijn mogelijk als het belang van het milieu zich daartegen niet verzet.


6900 opslag tanks