Beschrijving Regime 4
Toetsing aan emissiegrenswaarden
Om de activiteiten te kunnen toetsen aan de emissiegrenswaarden van Regime 4, moet voor de betreffende activiteit de totale emissie van VOS per hoeveelheid geproduceerd product bepaald worden.
Voor een correcte berekening van de totale emissie verwijzen we naar stap 3 van hoofdstuk 4 ‘Oplosmiddelenboekhouding'. De berekening van de totale emissie is afhankelijk van twee factoren: is er sprake van hergebruik van oplosmiddelen en/of is er sprake van een nageschakelde techniek. In stap 3 wordt een onderscheid tussen deze verschillende situaties gemaakt en is voor elke situatie een aparte berekeningswijze opgenomen.
De hoeveelheid geproduceerd product moet worden bepaald in een eenheid die gelijk is aan de eenheid van de emissiegrenswaarde. Zo moet voor de coating van wikkeldraad de oplosmiddelemissie per kg gecoat wikkeldraad worden berekend terwijl voor de productie van schoenen naar de oplosmiddelemissie per paar geproduceerde schoenen wordt gekeken.
Aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties wordt voldaan als de totale emissie per hoeveelheid geproduceerd product niet hoger is dan de in de tabel van Regime 4 vermelde emissiegrenswaarde. Dit moet het bedrijf met behulp van een oplosmiddelenboekhouding kunnen aantonen.
Welke gegevens moeten in de oplosmiddelenboekhouding zijn opgenomen?
In de oplosmiddelenboekhouding moeten het verbruik, de input, de totale emissie en de hoeveelheid geproduceerd product zijn opgenomen (zie de overzichtstabel in hoofdstuk 4.2).