Jurisprudentie geurhinder
Er zijn veel uitspraken van de Raad van State over bezwaren tegen vergunningen die een relatie hebben met het beperken van geurhinder. De website van de Raad van State heeft een zoeksysteem voor het vinden van deze uitspraken.
Deze pagina geeft een korte toelichting op een aantal uitspraken.
- Geurgevoelig object (Wet geurhinder en veehouderij); ook voor niet veehouderijen van belang
- Horeca: overgangsrecht
- Capaciteitsuitbreiding diervoederindustrie: bestaande of nieuwe activiteit?
- Ruimteijke ordening: geurcontour bedrijf verplicht meewegen
- Agrarische bedrijfswoning (geur van veehouderijen)
- Bebouwde kom (geur van veehouderijen)
- Veehouderij: definitie
- Tijdelijke verblijven van dieren
Geurgevoelig object (Wet geurhinder en veehouderij); ook voor niet veehouderijen van belang
In het Activiteitenbesluit is vaak de definitie van geurgevoelig object uit de Wet geurhinder en veehouderijen ook van toepassing op (industriële) bedrijven. Hierover zijn diverse uitspraken gedaan. Zie hiervoor het vraag en antwoord: "Wat zegt de jurisprudentie over het begrip geurgevoelig object in de agrarische geurregelgeving?"
Horeca: overgangsrecht
De Raad van State heeft in de uitspraak van 30 maart over het overgangsrecht voor geur en de relatie met historische overtredingen uit het Activiteitenbesluit een eerdere uitspraak van 13 januari herroepen. Een inrichting die voor het in werking treden van het activiteitenbesluit niet voldeed aan het toen geldende Horecabesluit of vergunning kan zich niet beroepen op de overgangsbepalingen van het activiteitenbesluit.
- 30 maart 2011 (ABRvS 201003321/1): Awb, Wm; handhaving, restaurant, geur, overgangsbepalingen AMvB horeca/Activiteitenbesluit, Regeling algemene regels, geluid, menselijk stemgeluid
- 13 januari 2010 (ABRvS 200904570/1): Awb, Wm; handhaving, restaurant, Activiteitenbesluit, geurhinder
- 5 maart 2008 (ABRvS 200704270/1): Awb, Wm; afhaalrestaurant, handhaving, AMvB, geur, voorschriften
Capaciteitsuitbreiding diervoederindustrie: bestaande of nieuwe activiteit?
Er is geen eenduidig kader voor de beoordeling van geur bij bestaande bedrijven die hun activiteiten willen uitbreiden. De provincie Noord-Brabant beoordeelde de geursituatie van een mengvoederbedrijf. Dit bedrijf had drie productielijnen en diende een aanvraag in voor een vierde productielijn. Volgens de aanvraag vindt de emissie van alle vier lijnen plaats via één schoorsteen. De provincie beoordeelt de geurhinder veroorzaakt door de aangevraagde activiteiten als volgt:
- De bijzondere regeling Diervoederindustrie noemt een aanvaardbaar hinderniveau voor nieuwe situaties. Deze geldt voor de geurimmissie van de nieuwe activiteiten.
- De bijzondere regeling Diervoederindustrie noemt een aanvaardbaar hinderniveau voor bestaande situaties. Deze geldt voor de geurimmissie van het geheel van de bestaande en de nieuwe activiteiten.
- De geurcontour van de aangevraagde activiteiten mag niet groter zijn dan de geurcontour van de vergunde activiteiten.
De Raad van State heeft hierover uitspraak gedaan op 25 augustus 2010 (200906024/1/M2). De Raad van State erkent dat het bevoegd gezag de Nederlandse Emissie Richtlijn op deze manier toe kan passen. Paragraaf 2.10.5 van de uitspraak geeft aan dat in deze situatie tenminste de punten 1 en 2 gelden. De noodzaak van punt 3 is niet uit de uitspraak af te leiden. De Raad van State kan zich in deze situatie vinden in de wijze van beoordeling van de geurhinder.
Ruimtelijke ordening: geurcontour bedrijf verplicht meewegen
Bij het bouwen van geurgevoelige objecten moet de planontwikkelaar rekening houden met de geurcontouren van bedrijven. Het bouwen van nieuwe geurgevoelige objecten binnen de geurcontour van een bestaand bedrijf is niet zonder meer toegestaan. Dit is de strekking van een Raad van State-uitspraak over een goed woon- en leefklimaat (RvS 200604926/1, 24 oktober 2007, paragraaf 5.3.).
Agrarische bedrijfswoning (geur van veehouderijen)
Het maakt voor de bescherming tegen geur van dierenverblijven van veehouderijen uit, of de woning een bedrijfswoning bij een veehouderij is, of was. De rechter heeft over verschillende situaties zich uitgesproken. Zie hiervoor het vraag en antwoord "Wat zegt de jurisprudentie over het begrip agrarische bedrijfswoning?"
Bebouwde kom (geur van veehouderijen)
In de Wet geurhinder en veehouderij en in het Activiteitenbesluit, krijgt de bebouwde kom het meeste bescherming tegen geurhinder van dierenverblijven van veehouderijen. In jurisprudentie is vaak aan de orde geweest, of een geurgevoelig object in de bebouwde kom ligt of niet. Zie hiervoor het vraag en antwoord: "Wat zegt jurisprudentie over het begrip bebouwde kom, als het gaat om geurhinder van dierenverblijven van veehouderijen?"
Veehouderij: definitie
Volgens de Wet geurhinder en veehouderijen is een veehouderij 'een inrichting bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren'. De rechter heeft over verschillende situaties zich uitgesproken. Zie hiervoor het vraag en antwoord "Wat is een veehouderij van de geurregelgeving voor landbouw?".
Veehouderij: voor of na 19 maart 2000
De datum van 19 maart 2000 maakt uit voor de bescherming die een woning krijgt. Het gaat erom, dat het houden van dieren is gestopt en niet meer mogelijk is. De datum van de feitelijke beëindiging van de bedrijfsvoering van de veehouderij is niet doorslaggevend. Dit blijkt uit jurisprudentie. Zie hiervoor het vraag en antwoord "Hoe bepaal ik, of een veehouder zijn activiteiten vóór of na 19 maart 2000 heeft gestaakt?"
Tijdelijke verblijven van dieren
Er zijn verschillende uitspraken over de beoordeling van geur van tijdelijke verblijven van dieren. Zie hiervoor het vraag en antwoord "Hoe tellen ruimtes waar dieren tijdelijk aanwezig zijn, mee voor de beoordeling van ammoniak en geur?"