VOS vragen en antwoorden
Op deze pagina staat een overzicht van alle vragen en antwoorden over:
- Vluchtige organische stoffen (VOS) in hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit
- Oplosmiddeleninstallaties (afdeling 2.11 Activiteitenbesluit)
- Besluit Organische Oplosmiddelen in Verven en Vernissen (BOOVV - Verfrichtlijn)
Resultaten
Nee, activiteit 8 betreft een limitatieve lijst van materialen. Het coaten van glas valt niet onder afdeling 2.1.
Het Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen is een verplichte implementatie van de EG-richtlijn Verfproducten, die bijdraagt aan emissiereductie en het harmoniseren van regels binnen de lidstaten om handelingsbelemmeringen en concurrentievervalsing tegen te gaan.
Er bestaan binnen Europa verschillende definities. Er wordt getracht dit zoveel mogelijk te stroomlijnen. In de praktijk leiden de verschillende definities tot weinig verschillen.
In het besluit is hiervoor een handreiking opgenomen, de zogenaamde vaste stofregeling. Ook is het mogelijk met een ander reductieprogramma te voldoen.
Afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit verwijst voor de definities van activiteiten in oplosmiddeleninstallaties naar bijlage VII deel 1 van de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). Deze bijlage verwijst voor de definitie van voertuigen door naar richtlijn 2007/46/EG.
Het besluit stelt eisen aan het maximale VOS-gehalte van bepaalde producten in de bouw-, timmer-, doe-het-zelf- en autoschadeherstelsector. De eisen gelden voor de producten die in Nederland worden ingevoerd of aan derden ter beschikking worden gesteld.
Voor de meeste van deze bedrijven (type B) gelden alleen de VOS-voorschriften uit hoofdstuk 4 van het Activiteitenbesluit. Deze maatregelen zijn het treffen van kosteneffectieve en technisch haalbare bronmaatregelen en het bijhouden van een VOS registratie. Hierbij gelden echter enkele uitzonderingen.
Nee. Degene die een inrichting drijft, mag volgens artikel 2.29 lid 2 van het Activiteitenbesluit zelf kiezen of hij voldoet met een reductieprogramma.
Nee, want niet alle VOS zijn oplosmiddelen. Voor afdeling 2.11 gaat het alleen om oplosmiddelen. Daarnaast is het van belang hoe oplosmiddelen voor reiniging wordt meegerekend.
Ja, maar dit is zeer beperkt.
De handhaving moet gericht zijn op toetsen aan de stand der techniek. Kijk in het bedrijf hoe het ervoor staat - worden bijvoorbeeld moderne technieken en producten gebruikt.
Ja, want poedercoatings zijn een alternatief voor oplosmiddelgedragen coatings.
Afdeling 2.11 is van toepassing op type B en C inrichtingen waar bepaalde activiteiten oplosmiddelen worden uitgevoerd, voor zover de bijbehorende drempelwaarden voor het oplosmiddelenverbruik worden bereikt.
Een verzoek tot ontheffing kan worden gedaan door de leveranciers van producten voor de restauratie van beschermde monumenten of het onderhoud van klassieke voertuigen en kan worden gericht aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Ja, dat klopt. Autoschadeherstelbedrijven die alleen voertuigen overspuiten gebruiken producten die vallen onder het (BOOVV). Bij gebruik van deze ‘BOOVV-producten' is er een vrijstelling van het bijhouden van een VOS registratie (boekhouding) en het nemen van maatregelen.
Dat hangt er vanaf.
Dat zou kunnen wanneer het watergedragen product nog oplosmiddelen bevat.
Alleen voor zover de activiteiten waarop het BOOVV betrekking heeft worden verricht in een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, kan het Wm bevoegde gezag toezicht uitoefenen op de naleving van het BOOVV.
Voor de meeste activiteiten onder hoofdstuk 4 of 3 van het Activiteitenbesluit geeft een in- en verkoopbalans vaak al voldoende inzicht in het VOS-verbruik. Voor de werkingssfeer van afdeling 2.11, Oplosmiddeleninstallaties, gaat het alleen om VOS die als oplosmiddel wordt gebruikt en moet het verbuik in veel gevallen nauwkeurig berekend worden.
De oplosmiddenboekhouding moet alle elementen bevatten die nodig zijn om aan te tonen dat aan de eisen van afdeling 2.11 wordt voldaan.
Nee, vanaf het moment dat de drempelwaarde van VOS-verbuik per 12 maanden wordt overschreden is afdeling 2.11 direct van toepassing.
Ja, dat is mogelijk.
Nee, autoschadeherstelbedrijven die alleen voertuigen overspuiten, vallen onder het BOOVV en niet onder afdeling 2.11. Bedijven die de oorspronkelijke laklaag op wegvoertuigen aanbrengen of andere spuitwerkzaamheden uitvoeren, vallen mogelijk wel onder afdeling 2.11.
Deze kunnnen gemeten en of deels berekend worden.
Onder activiteit 4 en 5 vallen alle activiteiten waarbij organische oplosmiddelen worden gebruikt om verontreiniging van het oppervlak van producten te verwijderen.
Nee, het Besluit vluchtige organische stoffen Wms is ingetrokken. Hiermee is een definitief einde gekomen aan de verplichte opleiding van spuiters en aan de typekeuring voor hoogrendement spuitapparatuur.