ABRvS 200505000/1, 6 juni 2006 (Bestemmingsplan Nieuwe Hoefweg, Bleiswijk)
Essentie: De zelfstandige gevolgen van een plan op de luchtkwaliteit moeten in beeld gebracht worden. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld om de effecten van de gewijzigde doorstroming van een weg en de effecten van de verkeersaantrekkende werking.
Toetsingskader: Besluit luchtkwaliteit 2005
Betreft: Goedkeuringsbesluit van provincie Zuid-Holland (GS) over het bestemmingsplan ‘Nieuwe Hoefweg (N209)' van de gemeente Bleiswijk
Relevante overwegingen:
2.24.1. [...] De toename van het verkeer als gevolg van de onherroepelijke bestemmingsplannen is, anders dan [appellanten sub 1] betoogt, niet toe te rekenen aan het onderhavige plan. Dit plan voorziet immers in een tracéwijziging en een verbreding van de N209 en niet in voormelde woonwijken en bedrijventerreinen. De gevolgen van de op deze weg geheel of gedeeltelijk uitwegende bestemmingsplannen dienen, zowel voor de autonome situatie, als voor de situatie na uitvoering van de reconstructie, als vaststaande gegevens te worden beschouwd. Dit brengt echter niet met zich dat dit plan geen zelfstandige gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit ter plaatse. In dit verband kunnen onder meer de gevolgen van de reconstructie voor de doorstroming van het verkeer en de daarmee samenhangende mogelijke zelfstandige verkeersaantrekkende werking van de weg van belang zijn. Uit het bovenvermelde onderzoek blijkt onvoldoende of de gestelde betere doorstroming van het toegenomen verkeer zich zal voordoen en of dit tot gevolg zal hebben dat de concentratie van desbetreffende stoffen in de buitenlucht per saldo zal verbeteren of ten minste gelijk zal blijven. Daartoe zijn inzichtelijke en herleidbare berekeningen vereist, die thans ontbreken.