2.2 Monsterneming
Luchtemissiemetingen kunnen direct in het rookgaskanaal worden uitgevoerd (in-situ), maar ook daarbuiten (extractief) door het afzuigen van een deelstroom met een monsternamesysteem.
Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Luchtemissiemetingen kunnen direct in het rookgaskanaal worden uitgevoerd (in-situ), maar ook daarbuiten (extractief) door het afzuigen van een deelstroom met een monsternamesysteem.
Met het begrip in-situ meting wordt aangeduid dat feitelijk geen monster aan het rookgas wordt onttrokken, maar dat de te bepalen component ín het rookgas wordt gemeten (zie figuur In-situ meting).
Om representatieve meetresultaten te verkrijgen moet er bij bemonstering aandacht worden besteed aan homogeniteit van het rookgas.
NEN-EN 15259 onderscheidt drie bemonsteringsmethoden: