3.5 Uitvoeringspraktijk kwaliteitsborging
Het gebruik van meetnormen, de accreditatie van meetinstanties volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025 en de kwaliteitsborging van bedrijfsmeetsystemen volgens NEN-EN 14181 vormen randvoorwaarden voor een goede kwaliteit van luchtemissiemetingen. Of deze goede kwaliteit ook daadwerkelijk wordt gehaald, hangt echter af van de uitvoeringspraktijk. De Raad voor Accreditatie eist dan ook dat meetinstanties tijdens de accreditatie-beoordeling kunnen aantonen dat zij praktijkervaring hebben in de uitvoering van alle testen uit de scope.
In aanvulling op normen worden er door de Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) codes van goede meetpraktijk opgesteld die een praktische invulling geven aan de beschreven normen. Deze codes zijn in overleg met de Raad voor Accreditatie, toegevoegd aan de geaccrediteerde scope van de meetinstanties. De norm blijft echter leidend. De codes zijn op de website van de VKL te raadplegen.
De geaccrediteerde meetbureaus moeten deelnemen aan zogenaamde ringonderzoeken. De ringonderzoeken worden voor de Nederlandse meetinstanties georganiseerd bijvoorbeeld door het VITO (Vlaamse instelling voor technisch onderzoek) in België. Tijdens het ringonderzoek wordt een afgaskanaal aangeboden onder gecontroleerde omstandigheden met bekende concentraties van de te meten componenten. De meetbureaus worden uitgenodigd deze concentraties en rookgasparameters (simultaan) te bepalen.
Het toezicht op de accreditatie van de meetinstanties wordt uitgeoefend door de Raad voor Accreditatie. Deze periodieke beoordelingen zijn echter aangekondigde momentopnamen. Op grond van ervaringen blijkt dat voor het realiseren van een continue kwaliteit regelmatig toezicht noodzakelijk is. In het kader van emissiehandel heeft de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) de rol van toezichtsorgaan op de kwaliteitsborging van NOx-metingen. In deze rol kan de NEa net zoals ander bevoegd gezag ook onaangekondigde toezichtsbezoeken uitvoeren.
Een belangrijk algemeen aandachtspunt bij de beoordeling van meetresultaten betreft de scope (het toepassingsgebied) van de accreditatie van het betreffende meetinstituut. Een rapportage met een accreditatielogo betekent niet zonder meer dat alle metingen onder de accreditatie zijn uitgevoerd. Een voorbeeld:
Een meetinstantie die uitsluitend geaccrediteerd is voor O2- en NOx-metingen, kan wel BEMS-metingen aan kleine gasgestookte installaties uitvoeren binnen de accreditatie, maar niet aan grote oliegestookte installaties, omdat daarvoor bijvoorbeeld ook stof-metingen noodzakelijk zijn die niet onder de accreditatie vallen.
Bij de beoordeling van meer specifieke, praktische kwaliteitsbepalende factoren kunnen de controlelijsten in de praktijkbladen een hulpmiddel zijn.
Het gebruik van controlegassen vormt een onderdeel van de kwaliteitsborging