Verslaglegging

Voor kleine en middelgrote stookinstallaties zijn verschillende rapportage verplichtingen. De meetresultaten worden geregistreerd, net als de keuringen. Voor het milieujaarverslag worden gegevens zoals de jaarvracht gerapporteerd.

Metingen

Een meting en monstername voldoet aan NEN-EN15259. In de verslaglegging worden in ieder geval de volgende gegevens gerapporteerd:

  • Samenvatting met gegevens over de installatie, meetinstantie, meetdoel, gemeten componenten, datum metingen, meetonzekerheid, gebruikte meetmethoden, afwijking van het meetplan, meetresultaten
  • Projectomschrijving waarin meetdoel wordt toegelicht
  • Procesbeschrijving, welke brandstoffen en grondstoffen worden gebruikt
  • Beschrijving van de meetlocatie
  • Meetvlakbeoordeling
  • Identificatie van meetmethode en apparatuur volgens individuele normen
  • Bedrijfsomstandigheden tijdens meting inclusief gegevens over brandstof/grondstof en rookgasreiniging
  • Meetresultaten en andere data nodig zijn voor interpretatie van de resultaten en controleberekeningen
  • Berekeningsmethoden
  • Presentatie van de resultaten

In de rapportage over afzonderlijke metingen is het van belang dat:

  • Wordt aangetoond dat de metingen bij representatieve bedrijfsvoering zijn uitgevoerd
  • De rapportage moet een motivatie te bevatten voor de keuze van de gebruikte bemonsteringsmethode
  • De resultaten van alle deelmetingen moeten op overzichtelijke wijze worden gepresenteerd

In de rapportage over continue metingen is het van belang dat perioden van opstarten en stilleggen en andere periodes van niet-normale bedrijfsvoering worden geïdentificeerd. Op basis van deze gegevens wordt namelijk het  aantal bedrijfsuren van de installatie bepaald die nodig zijn voor de toetsing.

In de Handleiding Meten van luchtemissies is meer informatie beschikbaar over de de verslaglegging.

Keuring en afmeldsysteem

In het Activiteitenbesluit is aangegeven dat diegene die keuring uitvoert, een ondertekende rapportage maakt voor de gebruiker van de stookinstallatie.

In de rapportage wordt vastgelegd wanneer de keuring is uitgevoerd, welk bedrijf de keuring heeft uitgevoerd en welk onderhoud nodig is. Het correctieve onderhoud vindt binnen twee weken plaats. De informatie wordt ook verwerkt in het afmeldsysteem. Algemene informatie over de stookinstallaties van 1 tot 50 MWth  is op postcode niveau in te zien voor burgers.

Na uitvoering van het correctieve onderhoud wordt het ondertekend bewijs van uitvoering beschikbaar gesteld aan het bevoegd gezag.  De gebruiker van de stookinstallatie zorgt ook dat de stookinstallatie wordt afgemeld in het afmeldsysteem. Het afmeldsysteem wordt beheerd door SCIOS.

Voor stookinstallaties groter van 1 MWth of groter wordt een uitgebreide rapportage opgesteld. In die verslaglegging en afmelding worden de volgende gegevens op zijn minst opgenomen:

  • Naam en adres van de gebruiker
  • Adres waar de stookinstallatie is opgesteld
  • NACE code (sector of type inrichting)
  • Het nominaal thermisch ingangsvermogen
  • type stookinstallatie
  • type brandstof
  • datum ingebruikname
  • verwachte aantal jaarlijkse bedrijfsuren en de gemiddelde belasting tijdens gebruik
  • meetresultaten van de laatste uitgevoerde emissie metingen en de gemeten CO en CO2 concentraties tijdens keuringen
  • veranderingen aan de stookinstallatie of bedrijfsvoering die leiden tot een andere emissiegrenswaarde (zoals een andere brandstof)

Bij gebruik  van de 500 uursregeling moet er ook verklaard worden in de rapportage dat de stookinstallatie minder dan 500 uur wordt ingezet.

Milieujaarverslag

Stookinstallaties kunnen een onderdeel zijn van een inrichting die onder de Europese PRTR-verordening valt. Voor deze inrichtingen geldt dat zij mogelijk een Integraal PRTR-verslag moeten opstellen; zij moeten bij overschrijding van de drempelwaarde hun emissie in het PRTR-verslag rapporteren.

Wanneer de stookinstallatie onderdeel is van een onder E-PRTR vallende inrichting, dan moeten de meetresultaten gebruikt worden voor het bepalen van de jaarlijkse emissies.

De metingen zijn in de vorm van concentratiemetingen; deze moeten voor het PRTR-verslag worden omgerekend naar totale massa. Voor het Integraal PRTR-verslag gaat het om de totale vracht in het verslagjaar. Dit betekent dat de emissie tijdens start en stops en incidenten meegenomen moeten worden. Verder geldt dat er geen aftrek van meetonzekerheid (in de vorm van het 95%-betrouwbaarheidsinterval) is toegestaan.