Overzicht meetverplichtingen

Om te toetsen of de uitstoot van de stookinstallatie binnen de emissiegrenzen blijft, geldt er een meetverplichting. De meetfrequentie hangt af van het type stookinstallatie en de leeftijd.

Er zijn twee soorten meetverplichtingen. Een continue meting voor middelgrote stookinstallaties is verplicht als ter bestrijding van de uitstoot een rookgasreiniging of andere emissiereductie techniek wordt toegepast. In de andere gevallen geldt een periodieke meting.

De eerste meting vindt plaats binnen vier weken na het van kracht worden van de emissiegrenswaarde. Na ingebruikname van de stookinstallatie vindt de eerste meting ook binnen vier weken plaats.

Voor dieselmotoren, gasmotoren en gasturbines wordt eens per vier jaar een meting verricht. Ketelinstallaties hebben een eenmalige meetverplichting. Voor niet-standaard stookinstallaties staat de meetfrequentie in de onderstaande tabel.

Meetverplichting
Nominaal thermisch ingangsvermogen nieuw of bestaand1 periode

meetverplichting

1 tot 20 MWth Nieuw Vanaf 20 december 2018 elke drie jaar
Groter dan 20 MWth Nieuw Vanaf 20 december 2018 elk jaar
5-50 MWth Bestaand Tot 2025 Vergunning
1-5 MWth Bestaand Tot 2030 Vergunning
Groter dan 20 MWth Bestaand vanaf 2025 elk jaar
5 tot 20 MWth Bestaand vanaf 2025 elke drie jaar
1 tot 5 MWth Bestaand vanaf 2030 elke drie jaar

1: Een bestaande stookinstallatie is in gebruik voor 20 december 2018

Als er voor een installatie nieuwe emissiegrenswaarden gaan gelden, hoeven er niet altijd nieuwe emissie metingen te worden uitgevoerd. Met een meetrapport van eerder uitgevoerde metingen kan worden aangetoond dat de installatie al voldoet aan de emissiegrenswaarden. Dat betekent dat er geen nieuwe emissiemetingen hoeven te worden uitgevoerd. Het rapport en metingen moeten representatief zijn voor de emissiegrenswaarden.

Als door het veranderen van de brandstof de emissiegrenswaarde verandert, dan laat de inrichtingshouder binnen vier weken een afzonderlijke meting uitvoeren.