Vragen en antwoorden totaal
Op deze pagina staat een overzicht van alle vragen en antwoorden over stookinstallaties en meten van luchtemissies.
Resultaten
Motoren en noodstroomaggregaten zijn stookinstallaties.
Heaters in een bedrijfshal hebben geen keuringsplicht omdat ze niet in één stookruimte staan opgesteld.
Meerdere kleine ketels zijn alleen keuringsplichtig als ze in een stookruimte staan, technisch met elkaar verbonden zijn en gezamelijk een nominaal vermogen hebben van meer dan 100 kW.
De SCIOS-documenten kunt u downloaden op de website van SCIOS. Het bevoegd gezag kan kosteloos een inlogcode aanvragen.
Ja, door na te gaan of de installatie een verklaring van geen bezwaar heeft kunt u controleren of de houtgestookte installatie is gekeurd. Dit is de goedkeuring van het SCIOS-gecertificeerd bedrijf.
Ja, naast het regelmatig uitvoeren van onderhoud, blijft de keuring nodig. De keuring is voorgeschreven in het Activiteitenbesluit, ongeacht het uitvoeren van onderhoud.
De EBI is niet gelijkwaardig aan de eerste periodieke keuring. De EBI gaat namelijk verder dan de gewone keuring.
De keuring van de brandstoftoevoerleiding omvat het gedeelte van de brandstofmeter tot de stookinstallatie.
Het Warenwetbesluit drukapparatuur ziet toe op de drukbestendigheid van de installatie. De SCIOS-keuring ziet ook toe op emissies, rendement en veiligheid.
Een naverbrander valt onder de definitie van stookinstallatie.
Een gas- of dieselmotor valt onder de definitie van stookinstallatie.
De keuringsfrequentie van de brandstofleidingen is gelijk aan de frequentie voor de stookinstallatie genoemd in het Activiteitenbesluit.
In de praktijk bestaat er onduidelijkheid over wanneer er in crematoria sprake is van een LowNOx-brander. In de toelichting op de regelgeving werd in het verleden verwezen naar de typekeuringsregeling. Deze regeling was niet van toepassing op branders in crematoria. De eisen in de typekeuringsregeling geven wel het beoogde NOx-emissieniveau.
IPPC-inrichtingen moeten ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende Beste Beschikbare Technieken toepassen en strengere eisen in de vergunning opnemen als dat nodig blijkt. Momenteel zijn de emissiegrenswaarden uit paragraaf 3.2.1 BBT.
De biomassa gestookte ketels vallen onder de werkingsfeer van het Activiteitenbesluit onder paragraaf 3.2.1 (artikel 3.10b). De op standaard brandstoffen gestookte ketels met een nominaal vermogen minder dan 400 kW vallen onder de werkingsfeer van de Europese verordening Ecodesign.
Het bedrijf dat de keuring aan de stookinstallatie uitvoert moet SCIOS-gecertificeerd zijn.
Het ontbreken van het basisverslag wil niet zeggen dat de installatie niet aan de keuringseisen van het Activiteitenbesluit voldoet. De EBI en het daarbij behorende basisverslag zijn namelijk niet voorgeschreven in het Activiteitenbesluit en -regeling.
Het thermisch vermogen is de hoeveelheid toegevoerde warmte. Dit is de hoeveelheid toegevoerde brandstof per tijdseenheid maal de onderste verbrandingswaarde.
Hoe bereken ik het nominaal vermogen van een houtgestookte ketel of kachel?
Het thermisch vermogen kunt u als volgt uitrekenen:
Thermisch vermogen (MWth):
houtverbruik (aantal kg hout/uur) * verbrandingswaarde (ca 15 MJ/kg, afhankelijk van type hout) / 3600 (omrekening s/uur)
Gasgestookte ketels in cascade-opstelling zijn keuringsplichtig als ze in één stookruimte staan opgesteld en een gezamelijk nominaal vermogen hebben van meer dan 100 kW. De meeste ketels in cascade-opstelling zullen dan ook een keuringsplicht hebben.
Om overlast te voorkomen is het belangrijk dat biomassa- en houtketels gekeurd worden.
Categorie 1.1 (stookinstallaties) van bijlage I van de Richtlijn industriële emissies 2010/75/EU (RIE) kent een capaciteitsdrempel. Tellen installaties met een vermogen kleiner dan 15 MWth mee bij toetsing aan deze capaciteitsdrempel?
Eisen voor keuring en onderhoud op basis van artikel 3.7m in de Activiteitenregeling. En emissie-eisen bij het Activiteitenbesluit op basis van zorgplicht.
De in hoofdstuk 5.1 voorgeschreven stofmeting hoeft in Nederland niet te worden uitgevoerd. In Nederland gaan we er van uit dat de stofuitstoot bij aardgasstook nihil is.
Een kraakfornuis is niet uitgesloten van de werkingsfeer van het Activiteitenbesluit. Er is namelijk geen direct contact tussen de rookgassen en de grondstof of het product.
Houtsoorten die een beschermingslaag hebben of behandeld zijn met beschermingsmiddelen die gehalogeneerde organische verbindingen of zware metalen bevatten en houtsoorten die bestaan uit vezelmateriaal met chemische verbindingen vallen onder hoofdstuk 5.2 van het Activiteitenbesluit.
Als er voor een bestaande ketel volgens het Activiteitenbesluit een strengere eis gaat gelden dan moet een meting worden uitgevoerd. Eerder is dit niet nodig.
De keuring van houtgestookte installaties is een onderdeel van scope 5, bijzondere industriële installaties. Als het bedrijf volgens scope 5 is gecertificeerd, mag het ook aan houtgestookte installaties werken.
Of dit is toegestaan, is afhankelijk van de verontreiniging. Als verbranden volgens het LAP mag, dan moet dit volgens paragraaf 5.2 van het Activiteitenbesluit.