Trillingen en ruimtelijke planvorming
Hinder of zelfs schade door trillingen kan ontstaan door:
- verkeer over de weg of het spoor (bijvoorbeeld van vrachtwagens, trein of tram)
- machines bij industrie (stansen, draaiende motoren, etc.)
Deze trillingen bewegen zich door de bodem. Trillingen nemen af als de afstand tot de bron groter wordt.
Personen kunnen last hebben van trillingen. Maar er kan ook verstoring zijn van activiteiten door trillingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan laboratoria of computercentra. Meer over de achtergronden van trillingen.
Gevoelige functies
Bij ruimtelijke planvorming moet trillingshinder of -schade aan gebouwen zoveel mogelijk worden voorkomen. Sommige functies zijn extra gevoelig voor trillingen.
Maatregelen
Soms is het nodig maatregelen te nemen om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te kunnen maken in ruimtelijke plannen.
Bestemmingsplan en omgevingsvergunning afwijken
Bestemmingsplannen maken trillingsbronnen mogelijk maar ook gevoelige functies. De toelichting bevat hiervoor een verantwoording. Er moet sprake zijn van een aanvaardbaar leefklimaat.
Bij de omgevingsvergunning afwijken (buitenplans) hoort een ruimtelijke onderbouwing. De motivering is vergelijkbaar met een bestemmingsplan.
Wetgeving
U vindt hier informatie over het relevante beleid en wettelijk kader.
Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen
De Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen (pdf, 24 MB) helpt gemeenten, projectinitiatiefnemers en andere stakeholders bij nieuwbouw tijdig en concreet rekening te houden met trillingen van het spoor.
Verwijzingen
De volgende documenten en websites zijn mogelijk ook interessant.