PGS 15 - Ondergrenzen
Dit is een oude versie van de PGS15, deze pagina wordt niet meer geactualiseerd. Kijk op de IPLO-website voor de actuele handleiding van de PGS 15 - versie 2021.
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2016. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2011.
De PGS 15 is van toepassing op de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen van een aantal ADR-klassen, voor zover de ondergrenzen worden overschreden. In tabel 1.2 van de PGS 15 zijn de klassen en de ondergrenzen en vrijstellingen weergegeven. In de volgende tabel staan alle ADR-klassen genoemd, met daarbij of de PGS 15 van toepassing is. Is dit het geval dan zijn de ondergrenzen vermeld. Is dit niet het geval, dan is de reden daarvoor aangegeven.
Toepassen ondergrenzen
Stoffenoverzicht
ADR-klasse |
Omschrijving |
onder PGS 15 ? |
|
---|---|---|---|
Alle ADR klassen |
alle stoffen in verpakkings-groep I |
ja |
1 (VG I) |
CMR-stoffen | alle stoffen m.u.v. metalen in vaste vorm | ja | 25 |
gevaarlijke afvalstoffen voor zover klasse valt onder werkingssfeer PGS 15 |
ja |
zie ondergrens voor stof in betreffende ADR-klasse |
|
2 |
gasflessen, meest voorkomende gassen, zie bijlage H PGS 15 |
ja |
125 liter waterinhoud. |
divers |
bestrijdingsmiddelen tot 400 kg |
nee |
De opslag van deze stoffen is geregeld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor zover minder dan 400 kg aanwezig is en geen ADR klassificatie van toepassing is. |
1 |
ontplofbare stoffen en voorwerpen |
nee |
Deze stoffen vragen een specifieke aanpak en maatwerkoplossingen in de omgevingsvergunning. Een deel van de stoffen uit deze klasse valt onder het regime van het Vuurwerkbesluit. |
2 |
spuitbussen en gaspatronen |
ja |
50 Bij opslag van spuitenbussen en gaspatronen in combinatie met andere verpakte gevaarlijke stoffen gevaarlijke stoffen geldt geen ondergrens. |
2 |
meest voorkomende gassen, zie bijlage H PGS 15 |
ja |
50 |
2 |
gasflessen met giftige of bijtende inhoud |
nee |
Voor gassen met deze specifieke gevaarsaspecten kan PGS 15 wel als basis voor de vergunningvoorschriften worden gebruikt, maar zijn afhankelijk van de situatie aanvullende voorschriften nodig. |
3 |
brandbare vloeistoffen |
ja |
25 (VGII) 50 (VGIII) |
4.1 |
brandbare vaste stoffen |
ja |
50 (VG II en III |
4.2 |
vatbaar voor zelfontbranding |
ja |
50 (VG II en III) |
4.3 |
ontwikkelt brandbaar gas in contact met water |
ja |
50 (VG II en III) |
5.1 |
oxiderende stoffen |
ja |
50 (VG II en III) |
5.2 |
LQ verpakkingen die stoffen bevatten met UN-nummer 3103 t/m UN nummer 3110 (type C t/m F zonder temperatuurbeheersing |
ja |
30 |
6.1 |
giftige stoffen |
ja |
50 (VG II en III) |
6.2 cat I3, I4 |
infectueuze stoffen, uitsluitend ziekenhuisafval en diagnostische monsters |
ja |
50 (VG II en III) |
6.2, niet cat I3 en I4 |
infectueuze stoffen |
nee |
Vanwege de specifieke aspecten is hiervoor altijd een maatwerkoplossing nodig. |
7 |
radioactieve stoffen |
nee |
Deze stoffen vallen onder de Kern |
8 |
bijtende stoffen |
ja |
250 (VG II en III) |
9 |
diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen - uitsluitend de milieugevaarlijke stoffen vallen onder PGS 15 [3] |
ja |
250 (VG II en III) |
9 |
de niet-milieu gevaarlijke stoffen en voorwerpen |
nee |
Er is geen reden voor speciale opslagvoorzieningen, maar deze stoffen kunnen wel als 'aanverwante stoffen' in een opslagvoorziening worden bewaard. |
9 |
genetisch gemodificeerde organismen |
nee |
Deze stoffen vallen onder het Besluit Genetisch Gemodificeerde Organismen. Daarnaast is een Wm-vergunning nodig, waarin maatwerkvoorschriften voor de opslag van deze stoffen moeten worden opgenomen. |
5.1, 9 |
nitraathoudende kunstmeststoffen |
nee |
Hiervoor geldt PGS 7. |
[1] Voor LQ of EQ verpakkingen gelden de dubbele hoeveelheden als ondergrenzen.
[2] Voor het vaststellen van hoeveelheden geldt voor vloeistoffen en samengeperste gassen, de nominale inhoud van houders in liters en voor overige stoffen de netto massa in kilogram.
[3] ADR klasse 9 is een zeer diverse klasse, waar een scala aan verschillende stoffen en voorwerpen onder valt. Uitsluitend de milieugevaarlijke stoffen vallen onder PGS 15. Belangrijkste groep vormen de vloeibare en vaste stoffen die het aquatisch milieu kunnen verontreinigen (UN 3077 en UN 3082). Voorbeelden zijn: kwik(I)chloride, difenylether, chloorhexidine, diisopropylbenzenen en gechloreerde paraffinen.