PGS 15 - Gebruik van losse pallets
Dit is een oude versie van de PGS15, deze pagina wordt niet meer geactualiseerd. Kijk op de IPLO-website voor de actuele handleiding van de PGS 15 - versie 2021.
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2016. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2011.
Bij voorkeur worden losse (lege) brandbare pallets buiten de opslagvoorziening opgeslagen. In een PGS 15 opslagvoorziening moet namelijk brand zoveel mogelijk worden voorkomen. Droge houten pallets zijn makkelijk brandbaar en kunnen zorgen voor escalatie.
Het is belangrijk dat een brand bij de palletopslag niet snel overslaat naar de opgeslagen stoffen of een ander vak met pallets. Om deze reden worden de pallets in een apart vak opgeslagen.
Als het voor het logistieke proces noodzakelijk is, mag de opslag van losse pallets onder de volgende voorwaarden:
- maximaal 24 standaard pallets of, als dat meer is 5% van de aanwezige palletplaatsen
- opslag in een apart vak van maximaal 48 standaard pallets (afstand 2,4 m tot opgeslagen stoffen of een scheidingsconstructie met een brandwerendheid van 30 minuten)
- opslag op maaiveldniveau
- de stapel pallets mag niet hoger zijn dan 1,8 m (12 gestapelde pallets)
- boven de stapel pallets geen goederen of gevaarlijke of CMR-stoffen
onbrandbare stoffen mogen eventueel wel naast of boven de pallets worden opgeslagen, als via de verpakkingsmaterialen geen branduitbreiding kan plaatsvinden
Schoorsteenwerking
Door schoorsteenwerking in geval van brand wordt de opslag van losse pallets nog risicovoller. Daarom is het belangrijk dat deze pallets zo dicht mogelijk bij de vloer worden opgeslagen en de stapel niet te hoog wordt. Opslag mag eventueel onderin een stelling, maar de onderste pallet behoort op, of vlak boven de vloer te staan.
Als de aanwezige pallets zijn meegenomen in de risicoafweging van het uitgangspuntendocument (UPD) gelden bovenstaande eisen niet. De voorwaarden uit het UPD zijn dan leidend.