PGS 15 - Productopvang in een opslagvoorziening
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2016. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2011.
Bij de opslag van vloeistoffen moet voorkomen worden dat producten de opslagvoorziening kunnen uitstromen.
Voor de opslag van vloeibare gevaarlijke stoffen is het noodzakelijk (volgens voorschrift 3.6.1) om voorzieningen te treffen zodat deze vloeistoffen kunnen worden opgevangen. Productopvang is niet noodzakelijk voor de opslag van vaste gevaarlijke stoffen. Lege ongereinigde verpakkingen tellen niet mee voor de berekening van de hoeveelheid productopvang.
Het uitgangspunt voor productopvang is dat er geen vloeistof uit de opslagvoorziening mag stromen. De opvangcapaciteit van de gevaarlijke vloeistoffen moet tenminste 110% zijn van de inhoud van de grootste verpakking binnen de opslagvoorziening. Als 110% van de grootste verpakking een kleinere hoeveelheid is dan 10% van de totale inhoud van alle aanwezige verpakkingen dan moet die 10% van de totale inhoud worden aangehouden.
De productopvang kan voor een opslagvoorziening in het geheel worden gerealiseerd of in kleinere lekbakken per stelling/pallet of verpakking.
Hoofdstuk 4
Voor opslagvoorzieningen die ook moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de PGS 15 zijn aanvullende eisen gesteld aan productopvang. Dit is mede afhankelijk van het aanwezige beschermingsniveau in de opslag. De eisen voor productopvang zijn aanvullend op de voorschriften zoals in hoofdstuk 3 opgenomen. Bij de opslagvoorzieningen in hoofdstuk 4 wordt bluswateropvang voorgeschreven. Dit kan vaak gecombineerd worden met productopvang (zie daarvoor productopvang en bluswateropvang).
Zie ook een voorbeeld ter bepaling van productopvangcapaciteit (H4)