Vragen en antwoorden bij hoofdstuk 3
Resultaten
Als er vier opslagvoorzieningen van 10 ton aan elkaar geschakeld zijn, waarbij tussen de geschakelde ruimten een gezamenlijke WBDBO (weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) van 60 minuten is gerealiseerd, is hier dan sprake van één opslagvoorziening van 40 ton waarbij hoofdstuk 4 van PGS15 van toepassing is of is hier sprake van 4 keer een 10 ton opslagvoorziening waarbij hoofdstuk 3 van PGS15 van toepassing is? Maakt het nog iets uit of er een dak boven de 4 X 10 ton geschakelde opslagvoorzieningen aanwezig is?
Wat wordt onder ‘aanverwante stoffen’ verstaan in voorschrift 3.1.1 van PGS15?
Waarom is de zwakke plek (plofluik) niet opgenomen als eis in PGS 15?
Gelden de ondergrenzen van PGS15 per inrichting of bijvoorbeeld per productieunit?
Hoe zorg je voor natuurlijke ventilatie op de buitenlucht bij een inpandige bouwkundige opslagvoorziening volgens PGS 15 waarbij één zijde de buitengevel vormt?
Is in PGS 15 een dag-werkvoorraad gelijk aan de voorraad voor het verzenden van producten?
Wie is verantwoordelijk voor de inhoud van een VIB (veiligheidsinformatieblad), bijvoorbeeld bij de import van gevaarlijke stoffen uit een land van buiten de Europese Unie (EU)?
Geldt de eis van WBDBO (weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) alleen van binnen naar buiten?
Wordt er in PGS15 ten opzichte van CPR15 anders omgegaan met lege, ongereinigde verpakkingen en volle verpakkingen?
Op welk voorschrift kan of mag ik handhaven als kunststof verpakkingen en/of IBC's voor opslag van gevaarlijke stoffen ouder zijn dan 5 jaar en ik aan de kwaliteit van de verpakking twijfel?