Hoofdstuk 5 Voorschriften voor de opslag van (tank)containers geladen met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2011. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2016.
Hoofdstuk 5 bevat voorschriften voor opslagplaatsen voor containers met verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Dit hoofdstuk bevat ook een inleiding waarin het soort bedrijven is beschreven waar dergelijke activiteiten met containers plaatsvinden. De voorschriften die voortvloeien uit arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving en de voorgeschreven voorzieningen en maatregelen voor het omgaan met incidenten met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen uit hoofdstuk 3 zijn eveneens van toepassing. Het betreft de paragrafen 3.6, 3.17 t/m 3.20 en 3.24 t/m 3.26.
Onderstaande onderwerpen komen nader aan bod in dit deel van de handleiding.
Inleiding
Blusleidingen en brandkranen
De opslag van (tank)containers met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen
Opstelplaats voor voertuigen met verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen
Inleiding
Hoofdstuk 5 is van toepassing op de opslag van (tank)containers geladen met gevaarlijke stoffen. Het gaat hier om het zogenaamd 'nederleggen tijden transport' van (tank)containers. Het hoofdstuk is dus niet van toepassing op opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in stationair opgestelde containers en ook niet op de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen ten behoeve van de eigen bedrijfsactiviteiten, alsmede op tijdelijke opslag (hiervoor is hoofdstuk 10 van toepassing).
Hoofdstuk 5 beperkt zich tot activiteiten met (tank)containers bij de hieronder genoemde typen bedrijven.
- containerterminals (bedrijven waar (tank)containers van en op schepen worden geplaatst en waar uitwisseling plaatsvindt tussen een of meer vervoersmodaliteiten);
- RoRo-terminals (bedrijven waar trailers en (tank)containers op chassis van en op schepen worden geladen en gelost; het gaat bij deze bedrijven veelal om short-sea vervoer);
- railservices centra (railservices centra zijn gespecialiseerd in het laden en lossen van trailers en (tank)containers, eventueel op chassis, van treinen op andere treinen of het wegvervoer);
- inland terminals (inland terminals zijn gespecialiseerd in de overslag van trailers en (tank)containers, eventueel op chassis, tussen binnenvaart, weg of spoor).
Opslagvoorzieningen voor (tank)containers binnen dergelijke bedrijven moeten voldoen aan de eisen van hoofdstuk 5 van de PGS 15. Tevens dient voldaan te worden aan de paragrafen 3.6, 3.17 t/m 3.20 en 3.24 t/m 3.26 uit Hoofdstuk 3.
In paragraaf 5.2 zijn diverse algemene voorschriften opgenomen voor de opslag van (tank)containers beladen met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Het betreft hier uitsluitend verpakte gevaarlijke stoffen in containers die volgens de wet vervoer van gevaarlijke stoffen vervoerd mogen worden en die aan de hand van maatregelen worden beschermd tegen aanrijdingen. De hier genoemde voorschriften spreken voor zich.
Blusleidingen en brandkranen
Binnen de inrichtingen voor de opslag van (tank)containers dienen blusleidingen en brandkranen aanwezig te zijn. Middels onderstaand schema wordt aangegeven aan welke eisen de blusleiding en brandkranen dienen te voldoen. Dit betreft dus een nadere uitwerking van de voorschriften in paragraaf 5.3 van de PGS 15.
Opslag van (tank)containers met gevaarlijke stoffen of CMR stoffen
In onderstaand schema is weergegeven aan welke eisen de opslag van de (tank)containers dient te voldoen. Het betreft een schematische weergave van de eisen zoals opgenomen in paragraaf 5.6 van de PGS 15.
Opstelplaats voor voertuigen met verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen
In paragraaf 5.8 worden voorschriften gesteld voor het (zonder toezicht) parkeren van voertuigen beladen met verpakte gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen. Vanuit de tekst kan niet worden opgemaakt of dit voertuigen of trailers betreft die zijn beladen met stuksgoederen of dat het de stalling van voertuigen betreft met containers of tankcontainers. De titel van de paragraaf suggereert namelijk een bredere werkingssfeer dan in hoofdstuk 5 is beschreven.
Gelet op de werkingssfeer van Hoofdstuk 5 kan worden gesteld dat het hier de stalling van trailers of voertuigen betreft welke zijn beladen met een (tank)container. Het stallen van transportmiddelen die zijn beladen met bijvoorbeeld stuksgoed gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen vallen niet onder deze voorschriften.