Opslag van gasflessen in een brandveiligheidsopslagkast
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2011. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2016.
Algemene eisen
Er is een voorkeur om gasflessen buiten op te slaan. In situaties dat inpandige opslag nodig is, geldt op grond van voorschrift 6.2.18 van PGS 15 dat ten minste één wand een buitenmuur moet zijn met ten minste één deur. Het komt in de praktijk echter regelmatig voor, dat het voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is dat gasflessen inpandig dan wel op een inpandige verdieping worden opgeslagen, waar niet kan worden voldaan aan voorschrift 6.2.18. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen, universiteiten of laboratoria.
In dergelijke gevallen dienen de gasflessen opgeslagen te worden in een brandveiligheidsopslagkast. Een brandveiligheidsopslagkast moet voldoen aan de norm NEN-EN 14470-2. Deze norm geeft productspecificaties voor brandveiligheidsopslagkasten. Overeenkomstig de NEN-EN-14470-2 moeten de volgende informatie op de buitenkant (voorzijde) van de kast zijn aangebracht:
- de classificatie van de kast, aangegeven in type G60 of G90;
- deuren sluiten;
- gevaarsymbool (vuur, open vlam, roken verboden);
- gevaarsymbool (gasflessen onder druk);
- de van toepassing zijnde norm (NEN-EN-14470-2);
- naam of merk van de producent;
- modelnummer en jaar van productie van de brandveiligheidsopslagkast.
Locatie eisen
Daarnaast worden eisen gesteld aan de locatie van de brandveiligheidsopslagkast. Deze kast mag zich niet bevinden in een kelder of op een verdieping. Binnen 5 meter van de brandveiligheidsopslagkast dient zich een buitendeur te bevinden. Op deze buitendeur dient het gevaarsymbool voor drukhouders (ADR-klasse 2, inclusief bijkomend gevaar) te zijn aangebracht. Doel hiervan is dat de brandweer de mogelijkheid heeft om van buitenaf de brandveiligheidsopslagkast te kunnen koelen. Het is mogelijk van deze eis gemotiveerd af te wijken. Hiertoe dienen wel aanvullende eisen te worden gesteld ten aanzien van bijvoorbeeld brandwerende voorzieningen, branddetectie, aanwezigheid van deskundig personeel etc.
De verwachting is dat dit voor slechts een beperkt aantal bedrijven van toepassing is. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan laboratoria en ziekenhuizen. Bij dergelijke bedrijven is men gewend om te werken met interne werkprocedures voor arbeids- en milieuveiligheid. Bij de beoordeling van de voorschriften bij het gemotiveerd afwijken spelen ook de staat van onderhoud van het gebouw, de brandcompartimenten, de losse brandveiligheidsopslagkasten, maar ook de installaties en organisatie van het bedrijf een rol. Voor de toetsing en borging van de voorschriften kan bijv. worden aangesloten bij de ontwikkelingen van de IBB (Integrale Brandveiligheid Bouwwerken).
Het gaat hierbij overigens uitsluitend om de opslag van de voorraad gasflessen, dus niet om de gasflessen die zijn aangesloten op apparatuur of aan een leidingnet. Deze gasflessen worden beschouwd als werkvoorraad.