Vragen en antwoorden bij Hoofdstuk 6
Resultaten
In PGS15 wordt een beschermend dak bij een gasflessenopslag niet verplicht gesteld. Waarom niet?
Mogen zuurstofflessen en acetyleenflessen naast elkaar worden opgeslagen zonder scheiding daartussen (scheidingsconstructie of afstand)?
Hoe moet worden omgegaan met de eis die in voorschrift 6.2.5 van PGS 15 is opgenomen, dat bij buitenopslag van gasflessen (tegen een gebouw) de gevel tot 4 meter hoogte 60 minuten brandwerend moet zijn uitgevoerd als de gevel maar 3 meter hoog is?
Wat is het doel van de in voorschrift 6.2.5 van PGS 15 beschreven eis? Gaat het hier om bescherming van de flessen tegen aanstraling als gevolg van een brand in het gebouw of gaat het om bescherming van het pand als gevolg van brandende gasflessen?
Waarom wordt er in PGS15 geen onderscheid gemaakt tussen gassen met verschillende inhoud? Waarom is brandwerendheid zoals opgenomen in tabel 6.1 ook vereist voor inerte gassen zoals argon en koolzuur?
In paragraaf 6.1.3 van PGS 15 is onder 'Keurmerken' aangegeven dat (periodiek) gekeurde gasflessen moeten zijn voorzien van een 'ingeslagen keurmerk'. Even verder wordt gesproken van een 'etiket of inslag'. Hoe herken ik een goedgekeurd etiket of inslag?
Mogen gasflessen die zijn aangesloten op een verzamelleiding in een PGS 15-opslagvoorziening?
Binnen een inrichting die onder het Activiteitenbesluit valt, zijn twee gasflessen van 60 liter aanwezig. De keuringstermijn van de gasflessen is verlopen. Op welk voorschrift uit de Activiteitenregeling kan ik dan handhaven?
Een bedrijf valt onder het Activiteitenbesluit en slaat gasflessen op. Kan daar een maatwerkvoorschrift voor opgesteld worden? Is een alternatieve gelijkwaardige voorziening mogelijk?