Hoofdstuk 9 Opslag van kleine hoeveelheden organische peroxiden (klasse 5.2)
Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2011. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2016.
In hoofdstuk 9 zijn specifieke eisen gesteld ten aanzien van de opslag van kleine hoeveelheden organische peroxiden (klasse 5.2).
Inleiding
Organische peroxiden (ADR klasse 5.2) zijn instabiele stoffen. Deze stoffen kunnen in een ontledende fase treden bij verhoogde temperaturen, maar ook al bij normale temperaturen. De ontleding kan doorgaans veroorzaakt worden door warmte, contact met verontreinigingen, stoot of wrijving. Hierdoor kunnen schadelijke of brandbare gassen of dampen vrijkomen. Organische peroxiden zijn zeer gevoelig voor warmte van buitenaf. Veelal dienen deze stoffen gekoeld opgeslagen te worden.
Veelvoorkomende klasse 5.2 stoffen zijn bijvoorbeeld twee-componentenlijm en (opvul)middelen bij houtrot.
Het opslaan van klasse 5.2 stoffen valt normaliter onder PGS 8. Onder strenge randvoorwaarden en voorschriften wordt het mogelijk gemaakt deze stoffen op te slaan onder het regime van PGS 15. Er dient in dat geval gemotiveerd afgeweken te worden van de PGS 8.
De randvoorwaarden waar ten minste aan voldaan dient te worden en waardoor de voorschriften van hoofdstuk 9 van toepassing worden, zijn onderstaand weergegeven.
- er is uitsluitend sprake van LQ-hoeveelheden en
- er is uitsluitend sprake van UN-nummer 3103 t/m 3110 (type C t/m F, thermostabiel) en
- er is maximaal 1.000 kg per opslagvoorziening aanwezig; bij meer dan 1000 kg van stoffen in klasse 5.2 geldt PGS8.
Naast de voorschriften in hoofdstuk 9 zijn tevens de voorschriften vanuit hoofdstuk 3 van toepassing op de opslag van een beperkte hoeveelheid organische peroxiden in een opslagvoorziening.
Voorschriften
De voorschriften van hoofdstuk 9 van de PGS 15 gelden indien er voldaan wordt aan de bovengenoemde randvoorwaarden ten aanzien van organische peroxiden. Aan de hand van deze voorschriften wordt het mogelijk gemaakt een beperkte hoeveelheid van deze stoffen gezamenlijk op te slaan naast de reguliere gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen.
De voorschriften bepalen dat:
- opslag uitsluitend uitpandig mag plaatsvinden in een brandcompartiment
- eventuele verwarming overeenkomstig paragraaf 4.1.2. van PGS 8 moet zijn uitgevoerd
Daarnaast hangen de eisen af van de grootte van de opslagvoorziening. Onderstaande figuren geven dit overzichtelijk weer, waarbij onderscheid is gemaakt in opslagvoorzieningen geschikt voor minder dan 10.000 kg verpakte gevaarlijke stoffen en opslagvoorzieningen geschikt voor meer dan 10.000 kg verpakte gevaarlijke stoffen.
Wanneer sprake is van een dubbele verpakking, zoals bijvoorbeeld bij een tweecomponentenlijm, moet bij het vaststellen van de opslageisen worden uitgegaan van de hoeveelheid van de peroxide-component in de verpakking.