Sprinklerinstallaties
Hieronder is een overzicht gegeven van de eisen voor de brandbeveiligingsinstallatie.
Versie Memorandum nr. 60
In het Vuurwerkbesluit wordt verwezen naar Memorandum nr. 60 uit 2004, inclusief verduidelijking, die op 26 september 2005 is uitgegeven door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).
UPD
In het uitgangspuntendocument (UPD) moeten alle voor het functioneren van de sprinklerinstallatie van belang zijnde bouwkundige, installatietechnische en organisatorische aspecten in de te beveiligen ruimtes zijn omschreven, op een wijze die overeenkomt met de eisen die zijn opgenomen in Memorandum 60. Bij de vijfjaarlijkse beoordeling door een, volgens NEN-EN-ISO/IEC 17020 als type A geaccrediteerde inspectie-instelling, wordt nagegaan of het UPD nog voldoende actueel is. Een aanpassing van het UPD mag overigens niet worden gedaan door een geaccrediteerde inspectie-instelling.
Bewijs van beoordeling door inspectie-instelling
Het uitgangspuntendocument moet inclusief het bewijs van beoordeling door de inspectie-instelling ter goedkeuring aan het bevoegd gezag worden overgelegd. Het bevoegd gezag kan geen goedkeuring verlenen aan een UPD zonder bewijs van beoordeling door de inspectie-instelling.
Vijfjaarlijkse beoordeling UPD
De vijfjaarlijkse beoordeling van het uitgangspuntendocument is als eis opgenomen in het Vuurwerkbesluit. Bij deze herbeoordeling door een, volgens NEN-EN-ISO/IEC 17020 als type A geaccrediteerde, inspectie-instelling moet worden getoetst in hoeverre het UPD aansluit bij de gangbare normen op het moment van toetsing. De beoordeling moet door de drijver van de inrichting aan het bevoegd gezag worden overgelegd.
Vijfjaarlijkse beoordeling door dezelfde inspectie-instelling
Tussen de RvA en het Ministerie van IenM en de geaccrediteerde inspectie-instellingen is afgesproken dat alle documenten welke voor 1 oktober 2005 zijn opgesteld (PvE/BdB van inspectie-instellingen of een PvE door derden en daarna een BdB van een inspectie-instelling) als uitgangspuntdocument wordt geaccepteerd.
In het verlengde hiervan is het toegestaan dat een inspectie-instelling bij de vijfjaarlijkse beoordeling een PvE beoordeeld dat zijzelf hebben opgesteld. De vijfjaarlijkse beoordeling wordt niet gezien als een beoordeling van ‘eigen werk', maar het beoordelen van bestaand werk op de gangbare normen van dat moment. Van een geaccrediteerde instelling mag verwacht worden dat deze beoordeling op dezelfde wijze plaatsvindt, ongeacht wie het PvE heeft opgesteld.